18 apr 2014

K.I. & N.W. 8


Nellie Waldfeucht keek vanuit het zolderraam naar de zon die van achter een lage heuvel in de richting van S. opkwam. Ze had een zwaar hoofd overgehouden aan het afsluitende avondje uit in een plaatselijke kroeg. Ze hadden veel te veel gedronken allemaal. Gedronken en geflirt. Een van de aanwezige mannen was erg geïnteresseerd geweest in Nellie. Zij had ervan genoten haar oude dialect nog eens te kunnen spreken. Ook de vriendinnen kregen veel aandacht, maar zij maakten 'hun' mannen al snel duidelijk dat ze, hoewel flirterig en zoenerig, getrouwd (vriendin één) of net uit een relatie (loog vriendin twee) waren en dat ze hier met zijn drieën waren en niet geïnteresseerd in verdergaand contact. 
Dat was niet helemaal waar, want bij het eten die avond hadden ze net alle twee verteld best jaloers te zijn op Nellie, op haar mogelijkheden, haar vrijheid op seksueel gebied.

'Jij doet tenminste waar je zin in hebt, als je er zin in hebt. Je doet het wanneer je wil, met wie je wil. Dat zou ik ook wel willen. Ik doe het met mijn vent, vrijdagavond meestal. Best lekker hoor, maar weinig verrassend.'
Vriendin twee vertelde dat zij het al minstens een jaar niet meer had gedaan. Ze was de (tijdelijk) goede man gewoon niet tegengekomen. Het leek wel of alle goede mannen bezet waren, of homo natuurlijk. Ze piekerde er niet over het met een getrouwde vent aan te leggen. Ze wist waar dat toe leidde, en die ellende wilde ze niet.
'Maar jij, jij doet het gewoon.'
Nellie had haar schouders opgehaald. 'Zo gewoon is het allemaal niet hoor. En geloof me, ik zou best wel eens willen ruilen met jullie. Gewoon een vent te hebben voor altijd, eentje waarmee ik saaie seks kan hebben. Eentje die er is, die bestaat. Of gewoon te kunnen hopen dat zo iemand bestaat, ergens, ooit.' Verder had ze er op dat moment niets over gezegd.

Later, in het toilet van de kroeg, zeiden de vriendinnen dat Nellie haar vent van de avond best mocht meenemen naar de boerderij. ze wisten wel dat haar sex drive veel groter was dan de hunne. 'Wij slapen toch wel. Genoeg op, tenslotte.' Nellie had alleen verbaasd gekeken, niet geantwoord en was teruggelopen, de kroeg in. Ze was niet kwaad om de schijngenerositeit van haar vriendinnen. Ze had zelf al eerder overwogen of ze die vent zou kunnen meenemen naar haar zolderkamer in de boerderij. Ze had ook overwogen met hem mee te gaan naar zijn huis: een van de weinige nieuwbouwhuizen in het dorp. Ze wees beide mogelijkheden (om verschillende redenen) af, maar ze realiseerde zich dat ze wel seks wilde. 
Ze vroeg de man of hij zin had in een korte wandeling, ze 'had behoefte aan frisse lucht'. 'Zo terug,' riep ze naar haar vriendinnen.

Even buiten het dorp stond een boom aan de rand van de weg naar U. Nellie wist niet wat voor boom het was, maar de wortels duwden barsten in de weg  Ze trok de man achter zich aan en leunde met haar schouders tegen de gladde bast van de boom. 


Nellie Waldfeucht keek vanuit het zolderraam naar de zon die van achter een lage heuvel in de richting van S. opkwam. Ze dacht aan het onbevredigende avontuurtje, zo'n drie uur eerder, met de plaatselijke versierder. Waarschijnlijk was hij weer teruggegaan naar de kroeg om op te scheppen over zijn belevenissen onder de boom. Niet dat er veel op te scheppen viel, maar dat hoefden zijn vrienden niet te weten. Verder dan wat gezoen en gerommel was het niet gekomen. Al snel had Nellie Waldfeucht hem van zich af geduwd en sorry gezegd. Ze was teruggelopen naar de boerderij, maar die kon ze niet in omdat alleen vriendin één een sleutel had. 'Wat is er nou?' vroeg de lokalo, maar Nellie antwoordde niet en belde haar vriendinnen. De man croop af toen hij de gehaaste voetstappen van de terugkerende vrouwen hoorde.

En nu keek ze naar de opkomende zon. 'Ik ga gewoon eens kijken.' dacht ze. 'Dan loop ik die koppijn eruit. En slapen kan ik altijd nog in de auto straks, op de weg terug.' 

De wandeling duurde langer en was vermoeiender dan ze had gedacht. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten