26 mrt 2014

K.I. & N.W. 4

Toen vriendin twee voorstelde om met zijn drieën een weekendje weg te gaan, reageerde Nellie Waldfeucht in eerste instantie enthousiast. Toen de beoogde bestemming werd bekendgemaakt, krabbelde ze meteen terug. Ze zouden in een boerderij verblijven van vrienden die een aantal weken in Frankrijk op vakantie waren. De boerderij stond in K., een dorpje op nog geen 10 kilometer van U., haar geboortedorp. 'Wat moet ik daar nou,' zei ze. 'Je weet toch dat ik daar nooit meer kom sinds mijn moeder dood is. Ik heb daar met niemand meer contact. En dat vind ik prima zo.' 'Wonen er familieleden in dat dorp? In K.?' ' Ik geloof het niet, nee.' 'Nou dan, dan maakt het toch niet uit. En het is mooi daar hoor.' 'Ja, dat weet ik,' lachte Nellie. Haar vriendin had gelijk. De kans dat ze er iemand uit het verleden zou tegenkomen, die iemand, was erg klein. Als hij nog in die streek woonde, dan vast en zeker in de stad. Zeker niet in een dorp als K. Ze stemde in. Ze verheugde zich op het weekend.

De vage onrust overviel haar pas op de woensdag voor het vertrek. Overviel haar nadat ze haar gebruikelijke bad had genomen. 'Werk wegwassen', noemde ze dat. Een uur lang had ze in te warm water gelegen, ze voelde hoe rood haar hoofd was. Ze had een glas wijn gedronken en op haar laptop twee oude afleveringen van 'Friends' bekeken. Ze liep naakt door haar appartement, zoals gebruikelijk. Het was er warm, de cv stond op 25 graden hoewel het al mei was. Niet gebruikelijk was, dat ze nog een glas wijn nam. Morgen was een werkdag, tenslotte. 'Ik kom wel bij in het weekend' beloofde ze zichzelf. 

Ze wist dat het niet goed was, maar ze bedacht ter plekke de argumenten het toch te doen. Ze nam het schilderijtje van de muur. De letters, zoals ze het ook wel eens noemde. Ze nam ook haar laptop mee en zette die naast haar op het bed. Ze kroop onder de dekens en koos op Youtube een detective die ze al eerder had gezien. Dat deed ze wel vaker, daar viel ze gemakkelijk bij in slaap. Maar nu niet. Ze keek afwisselend naar het scherm met de detective en naar het schilderijtje. Ze had zin in seks, bedacht ze. Eigenlijk zou het komende weekend deels daaraan besteed worden. Eigenlijk was dit een van de weekenden waarin ze naar de kroeg zou gaan, aan de praat zou raken en (als de kandidaat niet al te zeer tegenviel) seks zou hebben. Dat zou er het komend weekend niet van komen. Dat was gevaarlijk, bedacht ze, terwijl ze naar de letters keek. Je wist maar nooit. 'Onzin!' zei ze hardop. 'Maar waarom heb ik dat stomme ding dan ook meegenomen.' Ze overwoog het schilderijtje terug te hangen op zijn plek naast de deur. Ze deed het niet, schoof het achter de laptop en viel halverwege de detective in slaap. De donderdagavond verliep op de zelfde manier.

Toen Nellie Waldfeucht op vrijdagochtend wakker werd, besloot ze te masturberen. Voor zover de spanning voor het weekend te maken had met geilheid, wilde ze die nu, vooraf, zover mogelijk reguleren. Geen nieuwe gedachte, ze was haar weekenden vaker zo begonnen. Wat haar verontrustte, was dat ze eigenlijk meteen al wist, dat het haar onrust niet zou verhelpen. 'Misschien,' dacht ze, 'wordt het er alleen maar erger door.'


16 mrt 2014

K.I. & N.W. 3









Aan de muur hing een klein houten lijstje, zo'n 20 bij 15 cm, dat een donker, groengrijs stuk beukenbast tegen een witkartonnen achterkant drukte. Er waren letters uit gesneden: K.I. x N.W. Er zat geen glas voor. Bij elke verhuizing -en dat waren er veel sinds het begin van haar studie in N.- had ze het ding weer meegenomen. Vaak hadden bezoekers haar gevraagd waarom die letters daar hingen. Ze snapten de betekenis natuurlijk wel en ze herkenden natuurlijk haar initialen, maar op de vraag wie K.I. dan wel was, gaf Nellie Waldfeucht nooit een duidelijk antwoord. 
'Ik weet het niet.' zei ze dan en: 'Hij bestaat niet meer.'  
Haar ouders vroegen er na een aantal vruchteloze pogingen de waarheid te achterhalen niet meer naar. Haar vriendinnen bleven het van tijd tot tijd proberen. Haar vriendjes -en dat waren er veel sinds het begin van haar studie in N.- kregen meestal maar een keer de gelegenheid het te vragen.

'Ik ga me niet binden. Niet zolang ik hier in N. ben, niet zolang ik studeer.' De eerste vriendin knikte, ze begreep precies wat Nellie bedoelde. Zelf zat ze al een aantal jaren in een relatie zonder veel vooruitzichten. Haar vriend was niet onaardig, maar daarmee was alles dan ook wel over hem gezegd. Vriendin twee was net als Nellie single en had veel one-night-stands, maar zij deed dat in de hoop die ene te ontmoeten. De ridder. Zij was voortdurend teleurgesteld.

Ze hadden elkaar in het eerste jaar in N. leren kennen. Een keer per week aten ze bij een van de drie en dronken de nodige flessen wijn. Bij die gelegenheden werd de vraag regelmatig gesteld. 'Wie is die K.I. nou, Nellie, vertel nou!' 'Was je erg verliefd op hem?' Maar Nellie gaf geen antwoord. Meestal gaf ze letterlijk geen antwoord, ze keek alleen en glimlachte. 
Soms -om Nellie te stangen- begonnen de vriendinnen dan aan speculatieve verhalen. Nellie luisterde daar altijd geamuseerd naar, maar ze deed niet mee, ze luisterde en lachte, maar liet uit niets blijken of een fantasie dicht bij de waarheid kwam of net niet.

'Het is natuurlijk de vent die je heeft ontmaagd, dat kan niet anders, want die blijft je altijd bij natuurlijk,' zei vriendin een, 'en dat was natuurlijk een vent bij jou uit het dorp, bij jou uit de straat waarschijnlijk. Je buurjongen. Die had al een tijd een oogje op je, en jij vond het leuk dat een jongen die zoveel ouder was (een jaar of tien) jou leuk vond. Dus liet je hem binnen, toen hij op een avond onder je raam stond. Jullie zijn stiekem naar je slaapkamertje gegaan en daar hebben jullie het gedaan. Maar hij kwam een andere vrouw tegen, meer van zijn leeftijd en die heeft hem van je afgepakt.'
'Neenee,' zei vriendin twee, 'jullie zagen elkaar voor het eerst op de soos bij jullie in het dorp.Hij kwam uit de stad en hij zag er nogal stoer uit natuurlijk. Heel anders dan die knullen uit U. Hij heeft op je staan inkletsen, en je drank gegeven en na een uurtje nam hij je mee naar buiten. En hij heeft je genomen tegen de muur van de kerk! Dat weet ik zeker!' Ze gierde het uit. 
'Wie zat er het dichtst bij de waarheid?' vroegen de meiden na hun verhaal, maar ook daar gaf Nellie geen antwoord op.

'Weet je wie laatst hier was?' vroeg Nellie dan vaak en dan doelde ze op de jongen waarmee ze    het een of twee dagen eerder gedaan had. 'Vertel!' Dan noemde ze zijn naam en ze beantwoordde de vragen van de meiden naar waarheid en tot in detail. Maar op de vraag 'En nu?' was het antwoord altijd: 'Niks.' 

Toen Nellie haar studie had afgerond, verhuisde ze naar A. Daar deed ze haar werk, consciëntieus, goed, maar zonder passie. De etentjes met haar vriendinnen werden minder (een keer per maand, een keer per half jaar) maar doorstonden de tijd. Haar liefdesleven bleef gevarieerd. Iets blijvends kwam er niet uit voort. Haar vriendinnen vroegen naar haar kinderwens. Zelf hadden ze er nu twee en drie, zonder dat er verder iets wezenlijks aan hun situatie veranderd was. 'Ooit, misschien,' zei ze dan. ' K.I. zeker,' riepen de meiden dan, 'want een vent wil je toch niet.' 

Als ze dan weer alleen was en thuis nam ze het 'schilderijtje', zoals ze het noemde, wel eens van de muur. Dan ging ze aan tafel zitten en zette haar laptop aan. Ze deed dopjes in haar oren en koos meestal Orrori dell'Amore van Nicholas Lens: Was hast du mit meinem Herz getan? 


Dan stelde ze zelf de vragen en beantwoordde ze ook, voor zover ze dat kon. 







15 mrt 2014

K.I. & N.W. 2

Jaren later zag hij zijn aangenomen naam gespoten op de achterwand van een bushokje. In vuil lichtblauw stonden de letters op het glas. Ze vielen niet erg op tegen het groen van de heg achter de abri. Ze waren vluchtig gespoten, haastig waarschijnlijk. Achter de twee letters van zijn naam waren een paar vage vegen in dezelfde kleur zichtbaar. Andere letters? Waarschijnlijk, maar welke was niet te herkennen. Hij wilde er niet over nadenken welke letter of letters dat geweest hadden kunnen zijn. Hij was tevreden met het beeld zoals het was. Zijn naam op een bushalte in een plaats die hij nog nooit had bezocht.
Hij overwoog een foto te maken van zijn vondst. Maar zijn telefoon zat diep verstopt in zijn volgepropte tas. En hij had geen tijd. Hij had een afspraak. In het gebouw schuin achter de bushalte. Nou ja, eigenlijk zou het best kunnen, zo lang zou het niet duren voor hij zijn telefoon gevonden had. Hij had er de rust niet voor, dat was het. Hij was zenuwachtig. Hij had een afspraak met de directeur van de school die in het gebouw gevestigd was. Het ging om een grote opdracht. Een opdracht die hij dringend nodig had, simpelweg omdat  zijn geld op raakte. 
Twee jaar geleden was hij zijn baan kwijtgeraakt, zijn baan als docent aan een school in zijn woonplaats en tegenwoordig maakte hij zichzelf en de wereld wijs dat hij niet werkeloos was, maar ZZPer. In die twee jaar had hij een aantal opdrachten gehad, redactiewerk vooral. Vooral in het begin en vooral van zijn vorige werkgever. Niet onaardige, maar perspectiefloze opdrachten, die zijn uitkering redelijk aanvulden, maar niet tot het niveau van zijn inkomen als leraar. Het kleine bedrag dat hij in vroeger tijden opzij had gezet, was opgegaan aan investeringen. Zo noemde de KvK het tenminste: hij had de nieuwste notebook van Apple aangeschaft en een bureaustoel. Daarmee had hij zich in zijn studeerkamer gevestigd, waar hij door niemand gestoord werd dan door een van zijn katten. Hij had zich ook in zijn huiskamer kunnen vestigen. Ook daar zouden enkel Saar en Strega hem storen. Of in de kleine slaapkamer.
Hij besloot dat hij de foto ook kon maken na het gesprek.

Maar dat vergat hij natuurlijk. Het gesprek was redelijk goed verlopen. De directeur waarmee hij gesproken had, beloofde weliswaar niets, maar toonde veel interesse in zijn project: een digitale methode algemene IT-vaardigheden voor het VMBO. In de loop van de volgende week zou hij uitsluitsel krijgen. Over die belofte dacht hij na toen hij wachtte op de bus die hem zou terugbrengen naar het station. In de abri aan de overkant zaten en stonden een paar mensen een sigaret te roken. Werknemers van de school die last hadden van het rookbeleid van hun werkgever. Hij wist er alles van. Hij voelde er wel voor, maar bedacht zich dat het waarschijnlijk geen zin zou hebben, nu nog een praatje te gaan maken. Die kans had hij voor het gesprek moeten hebben. Nu zou hij hooguit ontdekken waarom hij de opdracht niet zou krijgen. Hij stak een sigaret op. 

Pas vlak voor de trein in zijn woonplaats aankwam, herinnerde hij zich de letters op de abri. Had hij die foto nou toch maar gemaakt. Waarschijnlijk zou hij nooit meer op die plek komen. Ondanks zijn overvloed aan tijd. Stom. Begrijpelijk, maar stom. Hij wist het antwoord, maar toch vroeg hij zich af waarom hij niet had gedaan wat hij had moeten doen. Nou ja, had kunnen doen. 
Of ging het toch verder? Had het niet te maken met het gesprek? Had het te maken met zijn verleden, met zijn liefde, zijn alleen zijn? Had het te maken met die letters, die oude letters, vergane letters. Had het te maken met Nellie?

Nellie Waldfeucht was zijn eerste liefde. Lang geleden, toen hij nog thuis woonde, bij zijn vader, en eenzaam was. Nellie Waldfeucht was, dacht hij tegenwoordig, de oorzaak van zijn ellende. Zij had hem hoop gegeven. Valse hoop. maar dat was logisch, want elke hoop was vals. Is vals. Dat kon hij haar niet kwalijk nemen. Ergens in zijn geboorteplaats, in een bos stond er een boom, een beuk, met de letters erin gekrast. N.W. en K.I. Hij herinnerde zich de gladde bast nog. Gladde huid met letters. Die boom kon er niks aan doen. Die stond daar ook maar. Had nergens om gevraagd. Niet om krassen, letters, berichten. Niet om leugens. 


Hij kon teruggaan.De volgende dag. Een foto maken en denken over het waarom. Waarom die letters daar stonden. Nee, dat was onzin. Die letters stonden er om heel andere redenen. Redenen die hij niet kende of zag. Jawel, wel zag, maar hij kon er geen namen aan vastknopen. Behalve zijn eigen.

4 mrt 2014

Fleischer & Boop

Max Fleischer
Als je een hoofdstuk (in mijn blogbook), dat overigens verder vooral over muziek en muzikanten gaat, vernoemt naar Betty Boop is het niet meer dan logisch dan dat je ook wat aandacht geeft aan de mensen die achter dat verleidelijke wezentje staan: de Fleischers. Max Fleischer is de bekendste uit de familie, zijn naam stond altijd groot bij de opening credits van de Betty Boop filmpjes. Maar er waren er meer. Broers. Vooral jongere broer Dave heeft ook een grote rol gespeeld in het ontstaan en het succes van het bedrijf. Al spreken de getuigen elkaar regelmatig nogal tegen als het gaat over wie nu eigenlijk precies wat heeft uitgevonden of gedaan. In 1942 leidde dat tot de definitieve breuk tussen de broers, het schijnt dat ze elkaar sindsdien nooit meer gesproken hebben. (Max stierf in 1972 als eerste.) In 1942 kwam er ook een eind aan hun bedrijf Fleischer Studios. Het werd nu helemaal overgenomen door Paramount, dat tot dan toe als distributeur fungeerde, Het bedrijf werd omgedoopt in Famous Studios. Een aantal Fleischers bleef er wel nog werken. 


De familie Fleischer was een immigrantenfamilie. In 1887 kwamen ze naar de Verenigde Staten. Max was toen 4 jaar oud, Dave nog niet geboren. Ze bouwden een bestaan op in New York City. Vader was kleermaker. 
Dave Fleischer
In het filmpje Minnie the Moocher zien we (vermoed ik) hoe het er bij de Fleischers aan toe ging. Al gaat het hier natuurlijk over Betty Boop. Zij is de dochter van een van oorsprong Duitstalig echtpaar met zwaar accent en ze moet haar Hasenpfeffer opeten, pa slaat met zijn vuist op tafel. Moeder heeft iets meer begrip maar dringt ook aan op de consumptie van Sauerbraten. Betty zit er wat rillerig en schuldbewust bij, maar ze blijft bij haar besluit: Nie wieder Hasenpfeffer!  Ze verlaat haar ouderlijk huis en beleeft allerlei akelige avonturen. Het eind van het verhaal is dat ze terugkeert naar haar 'home, sweet home'. Maar de goede verstaander begrijpt, dat dit niet van lange duur kan zijn en dat ze binnenkort zal doen als haar hond Bimbo: met ketting, hondenhok en al achter de horizon verdwijnen.
De reden voor de emigratie van de Fleischers zal economisch zijn geweest. Ze woonden tot dan in Krakau (nu Kraków, Polen, toen in Oostenrijk-Hongarije). Maar antisemitisme (de Fleischers waren joods) zal ongetwijfeld ook meegespeeld hebben. 
Max Fleischer bleef tot 1942 Oostenrijks. Een stuk langer dan de stad waarin hij geboren was. Waarmee Fleischers persoonlijke geschiedenis weer een mooi licht werpt op de onzin en de realiteit van het nationalisme in Europa: enigszins gechargeerd zou je tenslotte kunnen stellen dat elk gebied in Europa in de loop van de geschiedenis wel op de een of andere manier bij elk ander deel van Europa heeft gehoord. 

Maar goed, Max Fleischer groeide op in de USA. In New York. Hij bezocht daar o.a. The Cooper Union for the Advancement of Science and Art, kort Cooper Union, een gerenommeerde academie voor toegepaste kunsten waarvoor hij (zoals alle toegelaten studenten tot 2013) een full-tuition scholarship kreeg. Nog als tiener vond hij een baantje als loopjongen bij een krant waarvoor hij al snel ook cartoons tekende. Na een uitstapje naar Boston werkte hij in 1912 weer in New York als Art Editor voor het tijdschrift Popular Science, waarmee hij ook met zijn tekenfilms nog wel eens samenwerkte. 
Intussen had hij John Randolph Bray leren kennen, cartoonist en producent van heel vroege animatiefilms. Hij maakte onder andere de tweede tekenfilm in kleur ooit:The Debut of Thomas Cat (1920). Bray had de techniek van de tekenfilm afgekeken van Windsor McGray, de maker van enkele van de eerste tekenfilms ooit. Vrij brutaal dus van Bray om in zijn studio een filmpje te laten maken waarin wordt uitgelegd hoe een tekenfilm gemaakt werd. Maar het is wel een leuk filmpje. 


Al snel werkte Fleischer in de studio's van Bray en gebruikte dus al snel dezelfde technieken. Maar samen met broer Dave bedacht hij ook een belangrijke vernieuwing: rotoscopie. Met die techniek konden gewone filmbeelden vrij eenvoudig worden omgezet in tekenfilmbeelden. Ook tegenwoordig is (bij de youtube-generatie) de techniek weer populair. Vooral dankzij programma's als Photoshop waardoor het effect (hoewel nog steeds bewerkelijk) in veel kortere tijd verkregen kan worden. In het kort komt het er op neer bewegingen op film te projecteren en op papier 'over te trekken'. Waarna van de stapel tekeningen dan weer een tekenfilm wordt gemaakt.
Voor de Bray Studios maakte Fleischer de eerste afleveringen uit de Out of the Inkwell serie waarin Koko the Clown zijn intrede deed. Met zijn broers richtte hij in 1924 de Fleischer Studios op (eerst nog onder de naam Out of the Inkwell Studios). Nu begon hun zegetocht pas echt. Ze kwamen op het idee van 'Follow the Bouncing Ball' waarmee ze, nog voor er eigenlijke geluidsfilms waren korte muziekfilmpjes maakten. Het geluid werd hierbij deels verzorgd door het publiek zelf. De bedoeling namelijk was dat ze het lied meezongen op het ritme dat door een boven de lettergrepen dansend wit balletje werd aangegeven. Dat balletje was overigens geen animatie, maar een lichtgevend balletje op een stokje waarmee een medewerker het ritme en de te zingen lettergreep aangaf. Door het geheel op een bepaalde manier te filmen werd het stokje onzichtbaar. Sommige van deze films waren stom. Een band, een pianist of een andere 'externe audiospeler' waren nodig om er geluid bij te krijgen. Maar enkele filmpjes uit deze serie hadden een soort soundtrack! Twee jaar voor officieel de era van de geluidsfilm begon met Jazz Singer en drie jaar voor Steamboat Willie, de korte Mickey-Mouse-film die veelal gezien wordt als de eerste tekenfilm met gesynchroniseerd geluid. 

Walt Disney
Want dat was er intussen ook aan de hand:  aan de andere kant van de Verenigde Staten, aan de westkust was Walt Disney flink aan de weg aan het timmeren. En daarmee wordt het tijd om op de verschillen tussen de twee tekenfilmgiganten te wijzen. 
In de eerste plaats was er natuurlijk een zakelijk verschil. Walt Disney (althans zijn studio) is nog steeds een van de grootsten, nee gewoon de grootste op het gebied van tekenfilm. Fleischer Studios ging in 1942 ten onder. De sterren van Disney zijn veel groter dan die van Fleischer. Iedereen, letterlijk iedereen, kent Donald Duck, Mickey Mouse etc. Zelfs Betty Boop kan daar niet aan tippen.
Maar de producten, de schepsels van de Fleischers waren en zijn nog steeds veel boeiender. Bij Disney ging het om plattelanders die vrij onschuldige lol maakten. Muizen, eenden, kippen en koeien, tja, wat wil je ook. 
De Fleischers hadden ook wel dieren in hun films, maar dat waren stadsdieren. En de besten daarvan transmogrifieerden al snel naar mensen. Disney was en is braaf en onschuldig, Fleischer was anarchistisch en sexy. Minnie Mouse droeg een onderbroek met kanten ruches. Betty Boop een kousenband. 



En natuurlijk waren de Fleischers veel moediger in hun muziekkeuze. Veelal ging het om zwarte muzikanten (Cab Calloway, Louis Armstrong) wat in die tijd gedurfd was. Disney koos eerder voor blanke Folk of klassieke muziek. Daardoor leek Disney meer aan te sluiten op de markt, die hij dan ook stormenderhand veroverd heeft. dat geldt ook voor de Europese markt, al speelde dat natuurlijk enkele jaren later. Toch vind ik Fleischers producten veel Europeser dan die van Disney. Meer diepgang, donkerder en gewaagd.
De zaken gingen niet slecht, zeker toen ook Popeye-filmpjes gemaakt werden, maar Paramount wilde meer en drong aan op een meer Disney-achtige aanpak. Er werd een Silly-Symphonies achtige serie besteld en gemaakt: Color Classics. Ook werd, in navolging van Disneys Snow White and the Seven Dwarfs een avondvullende tekenfilm gemaakt: Gulliver's Travels

En dan was er nog de Hays-code, waardoor, kan ik me voorstellen, de lol er ook nogal vanaf ging. De Hays-code was een afspraak die op aandringen van religieuze groepen in de VS door de diverse filmstudio's ondertekend werd. Toen is die rare spagaat ontstaan waardoor in films de ene bloederige scene na de andere getoond kon worden, maar die zo goed als alles wat met seks te maken had in de ban werd gedaan. Ter illustratie hieronder een aantal van de afspraken:

Bij de 'Dont's' stond onder andere:
Any licentious or suggestive nudity-in fact or in silhouette; and any lecherous or licentious notice thereof by other characters in the picture;
Any inference of sex perversion;
-  White slavery (waarmee meestal gedwongen prostitutie bedoeld werd)
Miscegenation (seksuele relaties tussen zwart en blank);
-Sex hygiene and venereal diseases;

Onder het kopje Be Carefull:
- Theft, robbery, safe-cracking, and dynamiting of trains, mines, buildings, etc. (having in mind the effect which a too-detailed description of these may have upon the moron);
- Man and woman in bed together;
- Excessive or lustful kissing, particularly when one character or the other is a "heavy". (een crimineel)

De filmpjes van de Fleischer Studios werden braaf. Betty Boop werd een lieftallig en zorgzaam vrouwtje. Haar kleding werd beduidend decenter en ze mocht (verdorie) geen kousenband meer dragen. Jammer, ze was zo leuk toen ze nog jong was. 

De Golden Age of American Animation was in feite nog maar net begonnen of het mooiste viel eruit weg. Over bleven behalve de gekuiste Betty Boop grote sterren als Donald Duck, Mickey Mouse, Popeye en Olive, Daffy Duck, Elmer Fudd en Bugs Bunny (het enige tekenfilmfiguur met een ster op de Hollywood Walk of Fame), Tom & Jerry en Woody Woodpecker. Allemaal heel leuk en onderhoudend. Ik kan er bij tijd en wijle oprecht van genieten. Maar liefde is dat niet.


De bekendste figuren uit de Fleischer Studios



Ko-Ko the Clown
Ko-Ko the Clown is geboren uit de rotoscope. Om zijn uitvinding te testen stak Max Fleischer zijn broer Dave in een clownskostuum en filmde hem. Uit de rotoscope-bewerking ontstond de clown die van 1919 tot 1934 een grote rol speelde in de tekenfilm. Op een gegeven moment werd hem de hond Fitz als kompaan toegewezen. Fitz veranderde in Bimbo en werd de vriend van Betty Boop. Ook toen Betty Boop de grootste ster van het drietal werd, verscheen Ko-Ko nog regelmatig in haar films.


Bimbo the Dog
Bimbo verscheen net als Koko al in de Out of the Inkwell series van de Studio, al heette hij in den beginne (tot 1930) nog Fitz. In de Talkatoon series werd hij eerst de hoofdrolspeler, maar werd daar al snel weer overvleugeld door de grootste ster uit het Fleischer-nest: Betty Boop. In Dizzy Dishes trad zij voor het eerst op, en meteen was Bimbo tot over beide oren verliefd. Bimbo en Betty bleven min of meer een stel. Ook toen Betty haar hondse flaporen inwisselde voor grote ronde oorringen en allerlei menselijke mannen het hoofd op hol joeg. Hij verdween van het scherm (in 1933) tengevolge van Hays-Code. Dit was een wettelijk voorgeschreven vertruttingsoffensief dat er onder meer voor zorgde dat Betty Boop haar kousenband niet meer kon dragen. En een mens die een relatie had met een hond dat was natuurlijk al te kinky. Exit Bimbo.


Betty Boop
Over Betty Boop heb ik op andere plaatsen al het een en ander geschreven. Ik heb haar in de zestiger of zeventiger jaren leren kennen. Naarmate zij langer zichzelf bleef en ik steeds ouder werd, ging ik haar meer en meer waarderen. Ik heb een zwak voor haar dat alleen vergelijkbaar is met mijn zwak voor Adèle Blanc-Sec van Tardi. 


Popeye
Popeye is maar een tijdelijke gast geweest van Fleischer. Hij en zeker zijn vriendin Olive Oyl verdienen een eigen blog. Olive Oyl had een tijdlang dezelfde stem als Betty Boop. Zowel Olive als Betty waren trouwens gemodelleerd naar, en een persiflage op zogenaamde Flapper Girls. Popeye zorgde tijdens de Tweede Wereldoorlog voor een groei van 30% in de spinazieconsumptie. Daar heb je pas superkrachten voor nodig! Later bleek trouwens dat die hele spinaziepropaganda gebaseerd was op een fout geplaatste komma in een onderzoek naar het ijzergehalte van spinazie.


Superman
Hitler in Supermanfilmpje
Ook Superman was een passant bij Fleischer. Een vrij late passant. In 1941 en 1942 maakten de Fleischer een aantal tekenfilms over deze superheld, maar ze leerden hem wel iets heel belangrijks: vliegen. Tot dan toe namelijk, in de stripverhalen, kon Superman dat niet. Tot dan toe was hij: 'Able to leap tall buildings in a single bound'. Hij kon van de ene plaats naar de andere springen, maar dat vonden ze in tekenfilmvorm toch een beetje te knullig. Negen Superman-afleveringen werden gemaakt voordat de Fleischers door hun moederbedrijf Paramount uit de zaak gebonjourd werden. Paramount hernoemde het bedrijf naar: Famous Studios en Supermans taak veranderde van het verslaan van reusachtige dinosaurussen, robots en meteoren naar het bestrijden van de echte vijand van die jaren: de Japanners en de nazis. In een van deze filmpjes speelt Adolf Hitler nog een klein rolletje.