29 okt 2011

Between fact and breakfast


Ik zat te kijken naar een BBC-documentaire over Stephen Fry en Hugh Laurie. Ik besloot ernaar te kijken (via Youtube) omdat het zwak dat ik toch al had voor Stephen Fry de afgelopen maanden alleen maar sterker is geworden (als je dat zo kunt zeggen). Vooral QI (Quite Interesting) heeft me erg voor hem ingenomen en laatstelijk de prachtige documentaire over taal.
In de eerst genoemde documentaire ( Fry & Laurie - Reunited) hoorde ik de bovenstaande zinsnede en ik wist meteen dat ik hem moest opschrijven. Ik weet de context nog ongeveer, maar ga het niet meer precies naluisteren. Althans nu nog niet.
Nu wil ik iets opschrijven over de pracht van die vier woorden, in die volgorde.
Eerst maar even de betekenis. Tussen feit en ontbijt. In het Nederlands klinkt het ook niet slecht.
Wat gebeurt er tussen het feit en het ontbijt? Daarvoor moeten we eerst bepalen wat het feit is. (Wat ‘ontbijt’ is, veronderstel ik bekend.) Laten we ervan uitgaan dat ik gelijk had in mijn eerste veronderstelling dat ‘feit’ verwijst naar ‘de daad’: twee mensen hebben seks met elkaar. Als we er dan ook nog van uit gaan dat de seks ’s nachts heeft plaatsgevonden, dan mogen we veronderstellen dat er vooral geslapen werd. De bekende after sex cigarette hoort wat mij betreft nog bij de eigenlijke daad. Geen daad zonder tijd voor reflectie, tenslotte. Reflectie, geen evaluatie in termen als: Was het voor jou net zo goed als voor mij? Of de ietwat plattere variant: Bejje gekomen?
Nee, een sigaret. Je ligt naast je partner, haar/zijn hoofd op je schouder -of andersom -, je geniet van het warme lichaam tegen het jouwe, hier en daar tintelt het een en ander. Je voelt de grote loomheid opkomen, je weet dat je heerlijk zult slapen.
Een paar uur later word je wakker. Zullen we zeggen dat het weekend is? Je hoeft dus niet gehaast je ochtendriedel af te werken om tijdig bij de baas te komen. Je hoeft niet meteen te plassen, douchen, aankleden enzovoorts. Alleen plassen volstaat voorlopig. Je trekt (afhankelijk van je geslacht) een pyjamabroek of een pyjamajasje aan, zet koffie, croissantjes in de oven. Je legt de juiste katernen van de krant bij het juiste bord. Klassiek.
Je partner stommelt ook naar beneden (als je niet in een appartement woont tenminste).  Je omhelst elkaar, gaat zitten en vult de krachten aan die je bij je nachtelijke strapatsen hebt verspeeld.

Goed, we weten nu waarover we het hebben. (Tenzij natuurlijk de genoemde veronderstellingen niet van toepassing zijn, als je bijvoorbeeld wel naar je werk moet en je pas weer in je auto denkt aan wat jullie die nacht gedaan hebben. )
Op zo’n moment schiet je misschien een zin te binnen als die in de titel: Between fact and breakfast. Maar je hebt natuurlijk geen tijd om na te denken over de schoonheid van die woorden.
Daarom doen we dat nu.

Between fact and breakfast. Pedadah pahdaada.
Mooi rijm: de alliteratie van fact en fast (fəst). De è van fact en break (brèk). Het legt een verband tussen de woorden dat er niet noodzakelijkerwijs is, maar dat nu – mede door het woord ‘between’ – voor eeuwig vastligt. Want laten we daar duidelijk over zijn: zonder het woord ‘between’ gaat veel van de tover verloren. ‘Fact and breakfast’ gaat over een betekenisloos vluggertje. Het woord ‘between’ vóór de rest van de zinsnede legt een verband tussen die woorden, dat verder gaat dan alleen de betekenis van ‘between’. Het geeft een ritme aan. Het ritme van de daad: ‘between fact’ en de rust erna: ‘and breakfast’.
En daarom moet je het hebben over wat er ligt tússen feit en ontbijt.

Welterusten

27 okt 2011

zborówsky


ach kom
we weten allemaal, zborówsky, dat liefde zelden eeuwig is
en dan nog alleen als ze niet beantwoord wordt
dat weten we, jij ook
dus kom nu van je ladder en verwar de liefde niet
met je onvermogen haar te zien als de sauriërs in de jardin des plantes

let wel
ik ontken het verlangen niet naar meer dan botten
die met ijzerdraadjes op de juiste plaats moeten worden vastgemaakt
ik zeg ook niet dat de pijn die je voelt alleen veroorzaakt wordt
door een lokale stuwing van het bloed
dat je voor haar zo graag zegt te willen geven

ik zeg alleen
dat liefde zelden eeuwig is, zborówsky
al is ze mooi (en lief, ’t is goed, ’t is goed)
nu kom, antoine, ‘t is goed geweest, kom naar beneden nu
ik heb je nodig, belangrijk werk in ’t verschiet
en witte wijn daarna chez édith


Uit: Jardin des Plantes





25 okt 2011

WEER MINDER JEUGD: KLOONTJE EN HET GEHEIM VAN DE EENHOORN

Toch moeten ze er met hun heiligschennende handen van af blijven. Van de klassiekers. Van Kuifje en (voor mij nog meer) Adèle Blanc-Sec. Nou vooruit, als ze er een tekenfilm van maken, dan kan het nog net. Dan is het uiterlijk van de personages tenminste nog hetzelfde. Maar hun karakter wordt door de beweging onherstelbaar beschadigd. De stemmen maken het nog erger.
Wat Spielberg/Jackson nu met Kuifje gedaan hebben, is natuurlijk helemaal uit den boze.  Vergelijk maar eens wat plaatjes.

De schaduw

Kijk! Wiens schaduw zien we daar? Duidelijk, onze licht frikkerige, maar daarom niet minder onverschrokken held. Kuifje, kortom. Geen twijfel mogelijk. Je hoeft hem maar één keer te hebben gezien om hem altijd en overal te herkennen. Of hij nu door de Himalaya zwerft op zoek naar zijn vriend Chang of door de tuin van Kasteel Molensloot alwaar professor Zonnebloem een nieuwe rozensoort kweekt met de mooie naam Bianca. 


Maar dan komen Spielberg en Jackson. Ze maken er een spitsneuzige Kick Wilstra van, een hoekige Hielke van de Kameleon, een knullige James Dean. Let vooral ook op de plaats van de kuif. Bij de echte Kuifje staat hij zowat boven op zijn hoofd (want Kuifje rent zo snel dat het haar vanzelf naar achteren schuift).  Bij Spielberg/Jackson is de plaats anatomisch waarschijnlijker, maar daarom nog niet correct: er zit geen vaart in, geen noodzaak.
En dan die hand. Jackbergs hand. Een gebalde vuist aan een te gespierde arm. De daadkracht van een would be-held. Op Hergé’s tekening zou er zo een wandelstok onder passen, en terecht, want de echte Kuifje loopt oud geworden en voorovergebogen onder het juk van zoveel aan hem gewijde ellende.

Het hele plaatje


De echte Kuifje is gestroomlijnd, hij maakt vaart. De namaak heeft de wind tegen. De echte namaak meer dan zijn schaduw, trouwens. (In een variatie op Lucky Luke zou je hier kunnen zeggen: Kuifje, de man die langzamer rent dan zijn schaduw).
Opvallend is verder dat Kuifje in veel helderder licht gevangen wordt. Van de mislukte kloon zie je het gezicht nauwelijks. Het blijft een ietwat obscuur figuur, en dat is goed zo. De bedoeling is dat het allemaal iets geheimzinnigs krijgt. Maar dat is natuurlijk volslagen onzin. Kuifje is in zijn verhalen net zo ‘klaar’ als in zijn lijn. Als er al iets geheim is, dan zegt Kuifje dat: Wat een mysterieuze zaak!

Het zou allemaal niet zo erg zijn als ik nog gewoon over mijn Kuifje zou kunnen vertellen. ‘Vroeger, kinderen,’ zou ik zeggen tegen mijn leerlingen: ‘Vroeger was er Kuifje!’ En ik zou vertellen over zijn avonturen in Afrika, Azië en Zuid-Amerika. Over zijn vriendschappen, over de goudgeharte zatlap Haddock, de woedeaanvallen van Zonnebloem. En ik zou zuchten.
‘U wordt oud, meneer.’ Zo zou het moeten gaan.
Maar nee.
Ze vertellen elkaar de beste scenes uit de film.
 ‘O ja, Kuifje, vette film.’
Of in plaats van ‘vet’ een ander, nieuwer adjectief.


18 okt 2011

anekdote 3



wie is de ware?

op verzoek van het plaatselijk bestuur
sprak meester ju in samarkand
de handel lag stil
de stad verdeed zijn tijd
met wandelingen langs de rivier
speuren naar de eeuwigheid
weet sprak meester ju
dat de ware god geen volgelingen heeft

uit: meester ju en de domme vragen




15 okt 2011

Anekdote 2


met de lange stok die hij van een es gesneden had porde meester ju in de bron
even was het water troebel
ziedaar sprak hij: het verleden
probeer het niet te volgen
het is eerder bij de zee dan jij


Uit: Meester Ju en de domme vragen



14 okt 2011

anekdote


hoe kun je een lang verhaal kort maken?


dat is niet moeilijk:
je leest alleen de laatste zin en laat de toehoorder
verzinnen

en als je wilt weten wie je zelf bent
dan laat je hem zijn verhaal vertellen
het verschil tussen zijn verhaal en het jouwe
dat ben jij

Uit: Meester Ju en de domme vragen