23 jul 2013

Friedrich Hollaender



Het ene blog leidt tot het andere, dat zie je vaker. Zelf merk ik het nu aan twee voor mijn doen lange blogs die nog niet gepubliceerd zijn en waarvoor ik meer en meer materiaal aan het bij elkaar lezen ben. Maar ik heb de juiste toon nog niet getroffen.
Dat zat me een beetje dwars en daarom zocht ik wat afleiding in de muziek van Meret Becker waarover ik op 9 juli schreef. Dat blog kwam weer voort uit het blog waarin Aufstieg und Fall der Stadt Mahagonny aan de orde kwam.

Ik plaatste op dat eerste blog Meret Beckers Wenn ick ma tot bin een gedicht met een muzikale uitleiding. Dat werkje beviel me ontzettend goed o.a. door het Berlijnse dialect waarin het geschreven is en door zijn naturalistische inslag. Het origineel - als lied - stamt uit 1921 (en niet 1929, zoals ik in het blog schreef) en is geschreven door Friedrich Holländer. In de versie uit 1929 die ik ook in het blog plaatste voert Holländer het uit samen met zijn toenmalige vrouw Blandine Ebinger.
Het vertelt de fantasie van een jong meisje over haar begrafenis. Ze stelt zich de ceremonie voor, de kaarsen en de tranen, haar intrede in de hemel. De enige die wel tevreden zal zijn over haar dood is haar tante, want als je dood bent, dan eet je niets meer. Het weesmeisje woonde waarschijnlijk in een van de Berlijnse Hinterhöfe, haar bescheiden schatten geeft ze na haar dood met plezier aan vriendinnen, want ze wil wel herinnerd worden. Al de aandacht die ze krijgt, zorgt ervoor dat de dag van haar begrafenis de mooiste dag van haar leven zal worden. 

Wenn ick ma tot bin

Wenn ick ma tot bin und in ’meim’ weißen Seidenkleid
in meinem weißen Sarge liege mit Bescheidenheit,
dann fällt die Schule aus,
dann geht’s zum Kirchhof raus,
die janze Klasse kommt bei mir ins Trauerhaus.
Die wolln’ ma alle sehn’
Wenn ick ma tot bin, wenn ick ma tot bin, ach, det wird so scheen.

Wenn ick ma tot bin kommt och Pastor Eisenor,
der liest `n schön’ Vers aus seine Bibel vor:
"Der ohne Schuld tut sein, der Wirf den ersten Stein
 uff Lieschen Puderbach, det liebe Engelein!“
Doch ick, ick lieg janz still, wenn ick ma tot bin mach ick wat ick will.

Wenn ick ma tot bin zündense jelbe Lichter an,
die stellnse rechts und links an mir janz dichte ran,
dann fällt een goldner Schein uff mein verstorbenet Jebein,
und unser Lehrer, der fängt janz furchtbar an zu wein’.
Nur Tante freut sich sehr,
wenn ick ma tot bin, wenn ick ma tot bin, eß ick doch nüscht mehr!

Wenn ick ma tot bin schick ick aus mein kleenet Grab
mein’ letzten Willen und wat ick zu vermachen hab:
Mein Püppchen ohne Kop’
Mein rotet Band von Zop’
und dann och noch de (…?...) Perlmutterknop’,
de will ick Truden schenken,
wenn ick ma tot bin, wenn ick ma tot bin sollse an ma denken!

Wenn ick ma tot bin, denn fängt erst mein Leben an,
wenn ick durchs Wolkenmeer und Himmel schweben kann.
Die Engel tiriliern’, die Geigen jubiliern’,
wennse zum Empfang von Lieschen alle uffmaschiern.
Mensch, machen die ‘nen Krach,
wenn ick ma tot bin, wenn ick ma tot bin, is mein schönster Tach!


Op de site over Friedrich Holländer kom ik dat nummer niet tegen. Wel veel andere bekende titels. Zo schreef hij onder andere de muziek voor Der blaue Engel, de film van Joseph von Sternberg waarmee Marlene Dietrich haar onsterfelijkheid begon. Ich bin von Kopf bis Fuß auf Liebe eingestellt en Ich bin die fesche Lola o.a. 



Leuk rondom die film is de manier waarop het begin van Dietrichs internationale carrière samenviel met het begin van het einde van die van de andere, de
Jannings en Dietrich
eigenlijke hoofdrolspeler, Emil Jannings. Jannings speelde de rol van Professor Rath, de gymnasiumdocent die verliefd wordt op Lola-Lola, de ster van het cabaret waar hij eigenlijk op neerkijkt. Hij wordt gek van liefde en het verhaal eindigt ermee dat hij probeert zijn ontrouwe geliefde te wurgen.
In het echte leven was Jannings ook jaloers. Op Dietrich. Hij zag dat Sternberg veel meer aandacht had voor het rijzende sterretje dan voor hem. Hij begon zich te misdragen op de set en hij dreigde zelfs Dietrich te wurgen.

Op Youtube is de hele film te zien. In het Duits, met Engelse ondertiteling. Maar er bestaat ook een Engelstalige versie, tegelijkertijd met de Duitstalige opgenomen, zoals dat wel vaker gebeurde in de begintijd van de geluidsfilm.
Der Blaue Engel (1930) was een van de laatste grote films van de bekende Duitse UFA-studio. Sternberg, Dietrich en vele anderen vertrokken, ze wisten dat Duitsland in de komende jaren geen aangename verblijfplaats zou zijn.

Ook Holländer wist dat. Zijn muziek was entartet, zijn cabaret te kritisch en vooral was hij joods. En hij had een tekst geschreven dat de ideeën van de Nazi’s maar al te goed weergaf: An allem sind die Juden Schuld (1931). (Op de muziek van Habanera uit Carmen van Bizet)


Als je de titel bij Youtube intikt, krijg je een hele rits resultaten. De meeste kun je gewoon aanklikken en bekijken, maar als je kiest voor
The following content has been identified by the YouTube community as being potentially offensive or inappropriate. Viewer discretion is advised.

Via een ander resultaat kom je bij de zelfde versie uit met Holländer zelf aan de piano. Daar vind je bij de commentaren o.a. dit hoogstandje:
Auch wenn die Sängerin es ironisch meint, die Juden sind nunmal für Weltweite Kriege, Finanzkrisen und viel Elend auf der Welt verantwortlich!!!
Ingewikkeld hoor, satire.

Sabrina
Hij vertrok dus in 1933 en via Parijs kwam hij in Hollywood waar hij de muziek schreef voor meer dan honderd films. De bekendste (voor mij) is Sabrina (1954) van Billy Wilder, met Humphrey Bogart en Audrey Hepburn.
In 1956 keerde hij terug naar Duitsland. In 1976 stierf hij in München. Zijn werk wordt intussen nog veelvuldig gezongen. Vooral natuurlijk zijn von Kopf bis Fuß: Udo Lindenberg, Een house-versie bij een commercial van de Mazda 323 in 1992, Irmgard Lebherz /Pascal Fricke , of in de Engelse vertaling: Falling in Love again: Doris Day, Christina Aguilera, Bryan Ferry.

In Potsdam (vlakbij de oude studio’s geloof ik en vlakbij de grens met Berlijn) is een straat naar hem genoemd. Ze loopt evenwijdig aan de Marlene Dietrich Allee en (aan de andere kant) de Joseph von Sternbergstraße. Zo hoort dat.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten