Liefde kan nooit gebaseerd zijn op een leugen. Dat is de
gangbare opvatting. Elke opvatting heeft natuurlijk zijn tegenstanders. De
cynici, de door-schade-en-schande -wijs-gewordenen. De mensen die zeggen dat
elke liefde leugen is, dat elke liefde gebaseerd is op eigenbelang. In
gemoedelijke gesprekken, bijvoorbeeld tussen twee bevriende paren, bij een
glaasje wijn, wordt die laatste opinie meestal afgezwakt tot: Maar je ziet toch
ook vaak dat….. De eerstgenoemde
opvatting, de mening dus, dat liefde en onwaarheid onmogelijk kunnen samengaan,
wordt meestal niet afgezwakt. Hooguit wordt er het woord ‘echte’ ingevoegd.
‘Echte liefde’ is nooit gebaseerd op een leugen. Als er sprake is van een
leugen, is er geen sprake van liefde. Als het gesprek echt gemoedelijk is, dus
alleen maar quasidiepzinnig, zal ook de grootste cynicus opmerkingen achterwege
laten als: dan bestaat er dus geen ‘echte liefde’.
Toen Nellie Waldfeucht en Karel Innemee elkaar (volgens
afspraak) de tweede keer ontmoetten, maakten ze een wandeling door het
Imstenraderbos, die door Karel in gedachten precies was uitgestippeld. Hij wilde haar het inschrift laten lezen dat
hij enkele weken eerder had gemaakt in de bast van een beuk: K.I. x N.W. Toen
hij de wandeling bedacht, wist hij nog niet welk verhaal hij zou vertellen als
ze voor de boom stonden. Hij overwoog verschillende opties.
De eerste, de waarheid, verwierp hij al snel. Dan namelijk
zou hij moeten vertellen hoe hij nog maar kort geleden verliefd was op Marleen
Verhoeven. Hoe hij niet haar initialen wilde krassen, omdat hij bang was voor
herkenning. Dat hij een eenvoudige code
had bedacht, waarmee hij haar en zijn eigen initialen onkenbaar zou maken en
hoe dat geresulteerd had in de inscriptie waar ze nu voor stonden. Hij zou haar
dan uiteraard ook zijn eigenlijke naam moeten vertellen. Dat laatste vond hij geen punt, hij had nooit
problemen gehad met zijn naam. Eigenlijk vond hij zijn eigen naam een stuk
prettiger dan de naam die Nellie nu gebruikte. Vooral de nieuwe achternaam vond
hij nogal bezwaarlijk, het was een naam die vooral in de dorpen rondom zijn
stad vaak voorkwam. Voor hem had die
naam een nogal boerse klank. Maar hij verwierp de waarheid vooral omdat hij
vond dat de droom intact moest blijven. Hij herinnerde zich de schok nog die
hij onderging toen hij Nellies naam voor het eerst hoorde, eergisteren op het
feest van M.D. Het was niet dat hij daardoor plots voorheen onbekende
mogelijkheden zag. Het was niet zijn
gebruikelijke zoektocht naar ingangen. Geen gegrijp naar strohalmen. Toen hij
haar naam hoorde, zag hij zichzelf terwijl hij de letters in de boom kerfde. Toen
hij later aan dat moment dacht, zag hij de initialen in goud of zilver,
glanzend, lichtgevend. En in plaats van de punten zag hij ook de andere letters
van haar naam: Nellie Waldfeucht.
Ook de halve waarheid was niet mogelijk. Natuurlijk wilde hij best vertellen hoe hij
eigenlijk heette. Het zou een boel problemen voorkomen en –zoals gezegd- hij
had geen moeite met zijn naam. Maar als hij dat deed, dan was de geplande
wandeling een slecht idee. Want ook al wist hij het allemaal op een mooie
romantische manier uit te leggen, het feit bleef dat er nu toch K.I. stond en
niet J.H. x N.W. Het zou lijken of zij vreemd ging.
Daarom besloot hij de leugen te leven, besloot hij Karel
Innemee te zijn.
Maar wie was N.W. dan? Hoe moest hij haar initialen
uitleggen? Moest hij een verhaal verzinnen, waarin hij haar ooit eerder had
gezien? Van ver? Zonder dat zij dat had gemerkt? Kon hij M. daarbij op enigerlei wijze inschakelen?
Of moest hij wijzen op de fantasie, de code die hij had gebruikt, en zo het
wonderbaarlijke van het geheel benadrukken? Was zij gevoelig voor dit soort
toevalligheden? Ja, natuurlijk, anders was hij niet verliefd geworden. Verliefd?
Ja, verliefd. Op initialen.
ga gauw door naar 3 - leuk zeg, en spannend
BeantwoordenVerwijderen