23 nov 2012

Meer niet



Deel 7 van: De korte maar miraculeuze liefde van Nellie Waldfeucht en Karel Innemee


Voor zichzelf had hij wel een dubbele identiteit overwogen. Al bedacht hij meteen dat het woord ‘wel’ in deze zin natuurlijk niet correct was. Dat woord zou impliceren dat hij bij Marleen Verhoeven en Nellie Waldfeucht die optie ook overwogen had, dat hij de twee vrouwen in zijn leven in feite als een zag, Terwijl het enige dat de twee verbond, de initialen waren. En zelfs die niet. Daarbij had het idee van één eenheid in twee personen een haast Christelijke klank. 

Bij hem zelf was dat natuurlijk anders: bij hem was er sprake van een persoon in twee eenheden. Bij Karel Innemee was er geen sprake van een dubbele identiteit, maar van een gespleten persoonlijkheid. Althans dat zou het geval zijn als hij naast zijn relatie met Nellie Waldfeucht contact zou blijven houden met zijn oude wereld in de personen van M.V. en M.D. Hij zou alleen weer een en heel kunnen worden als hij afstand deed van zijn leven tot nu toe. Om dat te bereiken had hij twee mogelijkheden: hij kon zijn eigen (oude) persoonlijkheid uitschakelen of die van de anderen. 

Hij opende het raam van zijn slaapkamer en keek uit over de tuin en de kleine boomgaard achter het huis. Hij herinnerde zich de talloze keren dat hij in een van de perenbomen was geklommen en zich uren lang verborgen had gehouden op de hoogste tak die hem kon dragen. Hij herinnerde zich de rust die hij daarbij had gevoeld.  Die rust, die ervaring maakten natuurlijk deel uit van zijn persoonlijkheid. De herinnering aan die rust kwam niet bij elke willekeurige perenboom bovendrijven, zij moest opgehaald worden als het niet die boom was, in die boomgaard, achter dat huis, van de mensen die de ouders waren van de persoon die nu Karel Innemee heette. Zijn persoonlijkheid was afhankelijk van die perenboom. Maar als zijn persoonlijkheid (ook als Karel Innemee) afhankelijk was van een perenboom, dan viel de rol die mensen in de vorming ervan speelden natuurlijk helemaal niet uit te vlakken. Daarmee leek de tweede optie net zo onmogelijk te worden als de eerste. 
Tenzij hij besloot, dat zijn persoonlijkheidsvorming was afgesloten, voordat hij naar de middelbare school ging. Daar had hij de mensen leren kennen die het hem nu moeilijk maakten. M.R. en M.D. in ieder geval, op welke school Marleen Verhoeven zat, wist hij niet. Zijn ouders waren voor die tijd gescheiden, dus dat deel van zijn vorming kon behouden blijven. Evenals de perenboom.  

Hij trok zijn overhemd uit en ging in het raam zitten. Hij keek naar de plek waar de zon achter de heuvel in de verte was verdwenen. Toen zijn vader een hele tijd later zijn kamer binnenkwam om te zeggen dat hij naar bed ging, en dat het ook voor hem langzaamaan tijd werd, knikte hij alleen. Een blauwe nacht en morgen Nellie Waldfeucht. Meer had hij niet nodig. 

Onverwacht droomde hij die nacht. Hij droomde van een nacht die donker was en bruin, en van een feest dat langs een straat gevierd werd. Tientallen mensen waren er, waarvan hij er vrij veel kende, al wist hij niet waarvan. Bij kleine kampvuurtjes stonden groepjes. Soms ging hij daarbij staan en luisterde naar verhalen. Er werd hem niets gevraagd. Even later zat hij een beetje achteraf op een omgevallen boomstam, naast een man die er met gebaren op aandrong dat ze zouden klinken met de flesjes bier die ze in hun handen hadden. Ze zaten naast elkaar en keken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten