Deel 7 van:
De korte maar miraculeuze liefde van Nellie Waldfeucht en Karel Innemee
Voor
zichzelf had hij wel een dubbele identiteit overwogen. Al bedacht hij meteen
dat het woord ‘wel’ in deze zin natuurlijk niet correct was. Dat woord zou
impliceren dat hij bij Marleen Verhoeven en Nellie Waldfeucht die optie ook overwogen
had, dat hij de twee vrouwen in zijn leven in feite als een zag, Terwijl het
enige dat de twee verbond, de initialen waren. En zelfs die niet. Daarbij had
het idee van één eenheid in twee personen een haast Christelijke klank.
Bij hem zelf
was dat natuurlijk anders: bij hem was er sprake van een persoon in twee
eenheden. Bij Karel Innemee was er geen sprake van een dubbele identiteit, maar
van een gespleten persoonlijkheid. Althans dat zou het geval zijn als hij naast
zijn relatie met Nellie Waldfeucht contact zou blijven houden met zijn oude
wereld in de personen van M.V. en M.D. Hij zou alleen weer een en heel kunnen
worden als hij afstand deed van zijn leven tot nu toe. Om dat te bereiken had
hij twee mogelijkheden: hij kon zijn eigen (oude) persoonlijkheid uitschakelen
of die van de anderen.
Hij opende
het raam van zijn slaapkamer en keek uit over de tuin en de kleine boomgaard
achter het huis. Hij herinnerde zich de talloze keren dat hij in een van de
perenbomen was geklommen en zich uren lang verborgen had gehouden op de hoogste
tak die hem kon dragen. Hij herinnerde zich de rust die hij daarbij had
gevoeld. Die rust, die ervaring maakten
natuurlijk deel uit van zijn persoonlijkheid. De herinnering aan die rust kwam niet bij elke willekeurige perenboom
bovendrijven, zij moest opgehaald worden als het niet die boom was, in die
boomgaard, achter dat huis, van de mensen die de ouders waren van de persoon
die nu Karel Innemee heette. Zijn persoonlijkheid was afhankelijk van die perenboom.
Maar als zijn persoonlijkheid (ook als Karel Innemee) afhankelijk was van een
perenboom, dan viel de rol die mensen in de vorming ervan speelden natuurlijk
helemaal niet uit te vlakken. Daarmee leek de tweede optie net zo onmogelijk te
worden als de eerste.
Tenzij hij
besloot, dat zijn persoonlijkheidsvorming was afgesloten, voordat hij naar de
middelbare school ging. Daar had hij de mensen leren kennen die het hem nu
moeilijk maakten. M.R. en M.D. in ieder geval, op welke school Marleen Verhoeven
zat, wist hij niet. Zijn ouders waren voor die tijd gescheiden, dus dat deel
van zijn vorming kon behouden blijven. Evenals de perenboom.
Hij trok
zijn overhemd uit en ging in het raam zitten. Hij keek naar de plek waar de zon
achter de heuvel in de verte was verdwenen. Toen zijn vader een hele tijd later
zijn kamer binnenkwam om te zeggen dat hij naar bed ging, en dat het ook voor
hem langzaamaan tijd werd, knikte hij alleen. Een blauwe nacht en morgen Nellie
Waldfeucht. Meer had hij niet nodig.
Onverwacht
droomde hij die nacht. Hij droomde van een nacht die donker was en bruin, en
van een feest dat langs een straat gevierd werd. Tientallen mensen waren er,
waarvan hij er vrij veel kende, al wist hij niet waarvan. Bij kleine
kampvuurtjes stonden groepjes. Soms ging hij daarbij staan en luisterde naar
verhalen. Er werd hem niets gevraagd. Even later zat hij een beetje achteraf op
een omgevallen boomstam, naast een man die er met gebaren op aandrong dat ze
zouden klinken met de flesjes bier die ze in hun handen hadden. Ze zaten naast
elkaar en keken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten