Deel 5 van:
De korte maar miraculeuze liefde van Nellie Waldfeucht en Karel Innemee
Het is niet
gemakkelijk een autobiografie te schrijven, zeker niet als ze deels gefingeerd
moet zijn.
Het gevaar
dat Karel Innemee en Nellie Waldfeucht zonder het te weten gemeenschappelijke
vrienden of kennissen hadden, was niet denkbeeldig in een kleine stad als H. Natuurlijk
kende niemand hem als Karel Innemee, maar hoewel hij nooit een echt
gezelschapsmens en nooit lid van de een of andere scene of zelfs maar een
vereniging was geweest, waren er toch zeker tientallen, misschien zelfs een
paar honderd mensen die hem in ieder geval via via kenden. M.D. was het meest
uitgesproken en vooralsnog enig bekende gevaar in dat opzicht. Bij zijn eerste
afspraak met Nellie Waldfeucht had Karel zijn vriend helemaal niet genoemd.
Nellie had alleen bij het afscheid iets gezegd als: ‘Ben blij dat M. ons aan
elkaar heeft voorgesteld.’
Maar de
kans was natuurlijk groot, dat bij de volgende ontmoeting de vraag naar het begin
van hun vriendschap werd gesteld. Het antwoord op die vraag hoefde in principe
niet moeilijk te zijn: M.D. en hij hadden elkaar leren kennen op de
ontmoetingsplaats van de jongeren, vooral de jongens, van de buurt. M.D. was
bevriend geweest met M. R. met wie Karel al ruim twee jaar bijna dagelijks
contact had. De kans dat Nellie ook M.R. zou kennen was bijzonder klein, omdat
deze een nog meer teruggetrokken leven leidde dan Karel zelf. Daarbij werd deze
M. door zijn moeder ook nog eens bijzonder kort gehouden. Zo kreeg hij zelfs op
zwoele zomeravonden bijna nooit toestemming tijd door te brengen op de hangplek
die Karel zelf drie zomers lang bijna dagelijks bezocht.
Maar deze
M.R. had dan wel weer een nicht – L.H.- die tegenover hem woonde en die
bevriend was met Marleen Verhoeven. En Marleen Verhoeven was, zoals we gezien
hebben, het meisje en vooral de naam, die hem de keuze voor de initialen van
Nellie Waldfeucht had opgedrongen. Karel Innemee dacht niet graag aan een
mogelijke ontmoeting tussen Marleen Verhoeven en Nellie Waldfeucht. De namen
M.R., L.H. en Marleen Verhoeven mochten bij nadere beschouwing dus niet in zijn
biografie verschijnen.
M.D.
daarentegen moest erin voorkomen. Wellicht zou het beter zijn diens rol in
Karels leven te verkleinen of snel te laten eindigen. Sterker nog: als hij de
rol wilde beëindigen, moest die klein zijn, want goede vrienden begrijp en
vergeef je. M.D. moest dus gedegradeerd worden tot een kennis, iemand die
misschien wel dacht een goede vriend te zijn, maar wiens rol Karel Innemee
beduidend kleiner inschatte. Een enigszins pijnlijke, maar noodzakelijke
operatie.
Een probleem
was natuurlijk ook, dat Karel Innemee nog maar pas geleden op het feest van
M.D. was geweest. ‘Och, ik had gewoon zin in een feestje’, klonk nogal kil en
ongeïnteresseerd in het lot van iemand, die toch de relatie tussen Nellie en
hem mogelijk had gemaakt. En die kilheid paste weer niet bij het beeld waaraan
hij dacht te moeten voldoen om Nellie Waldfeucht langduriger dan hij gewend was
aan hem te binden.
Het beste
zou zijn, als hij M.D. nooit had gekend. Maar als hij M.D. niet had gekend, had
hij Marleen niet leren kennen. En zonder Marleen had Nellie Waldfeucht niet
bestaan. In zijn leven dan. Hij kwam er niet uit.
Karel
Innemee besloot het er op aan te laten komen. Hij zette een groot kruis door de
notities die hij had gemaakt. Voor hij het schrift dichtdeed, noteerde hij nog
snel: M.R., L.H. en M.V. bestaan niet, M.D. nog wel?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten