Rue de l'Inquiétude |
Als
je iets zoekt, vind je iets anders. Ik zocht de Rue de l’Inquiétude in Namen.
Nee, ik zocht haar niet, ik vond haar. Op Google Earth. Ik zocht een McDonalds
in Namen. We zouden namelijk een dagtochtje maken, D., J. en ik. We kozen voor
Namen omdat we (D. en ik) bij ons vorige bezoek de Citadel maar zeer ten dele
hadden bekeken met in ons achterhoofd dat dat ook wel iets voor J. zou zijn. En
als J. meegaat, dan moet er ook een McD. bezocht. Dus tikte ik bij Google in:
McDonalds Namen. Ze hadden er een. Vlak bij het station. Mooi.
Hoekhuis Rue de l'Inquiétude |
Ik
keek nog wat verder op het kaartje dat Google me aanbood, ik keek nog eens en zag
de naam: Rue de l’Inquiétude. Ik besloot dat mijn doel voor het bezoekje aan de
hoofdstad van Wallonië zou worden: een foto maken van het straatnaambordje van
de Bezorgdheidstraat, de Kommer-, Angst- of Bangheidstraat. Bij ons vorige
bezoek had ik de straat al gezien vanaf een terras vlak bij het station en de
bloedrode kleur van het hoekhuis beviel me wel. Maar we zijn er toen niet
doorheen gelopen. Maar toen wist ik de naam ook nog niet.
Dat
wilde ik nu dus meteen inhalen. Na ons bezoek aan McDonalds sloegen we dus twee
keer rechtsaf en we waren er. Jammer genoeg was er geen straatnaambordje te
vinden. Een vreemde, smalle straat. Aan de ene kant achterkanten van huizen,
o.a. van die McDonalds. De andere kant was ook niet erg verwelkomend. Wel stond
er een oud huis met een mooie entree, maar dat had overduidelijk zijn beste
tijd gehad. Ook aan het andere eind van de straat was geen straatnaambord te
vinden.
Voetstappen in de Rue de l'Inquiétude |
En we vonden een plek waar de straat was gerepareerd met beton. In dat beton waren
voetafdrukken gemaakt. Vandalisme, dronkenschap of een combinatie daarvan,
dacht ik om mezelf gerust te stellen. Dat vond ik nodig, want ik wilde een
aangename dag zonder speurtochten.
Dat
lukte wonderwel, al werd ik tegen het einde van ons uitje stilletjes maar
overtuigend herinnerd aan mijn taak: het zoeken naar en verslag doen van
raadsels. In de muur van het theater namelijk vond ik een plaquette die
herinnerde aan het Festival Tintin dat in 2009 in Namen georganiseerd was. Het
Kuifje-festival. Op de plaquette is een van de plaatjes uit De krab met de gulden scharen in brons
uitgevoerd. Het is de scene waarin Kuifje voor het eerst Kapitein Haddock
ontmoet. De onversaagde reporter klimt samen met
zijn hond Bobbie door een
patrijspoort van het drugsschip de Karaboudjan en ziet daar aan tafel de
volslagen bezopen kapitein. Haddock weet, dronken als hij is, totaal niets van
de andere drugs die op zijn schip aanwezig zijn, verstopt in conservenblikjes krab.
Dat is allemaal de schuld van Alan en Rastapopoulos. Nou ja, Kuifje regelt het
allemaal en, al wordt hij bij zijn inspanningen meer gestoord dan geholpen door
de kapitein, hij blijft tot het eind der tijden met hem bevriend.
Kuifje, Bobbie en Haddock |
Over
het uitstapje ga ik hier niet veel meer vertellen. Het was leuk. Aangenaam
gezelschap, mooi weer, lekker gegeten: natuurlijk was het leuk. Wat me opviel
op zowel de heen- als de terugreis was dat D. vroeg naar Mons. ‘Is dat een
leuke stad?’ Ik kon geen antwoord geven op haar vraag, want ik ben er nooit
geweest. ‘Gaan we daar een volgende keer naar toe.’ zei D.
Thuisgekomen
zag ik de voetstappen in het beton en Kuifje in de muur van het theater op mijn
beeldscherm. Ik besloot op zoek te gaan naar de herkomst van de naam van de Rue
de l’Inquiétude. Ik vond een site die zo’n beetje begon met de opmerking: ‘Tja,ik weet het ook niet… ‘ Maar ik was al blij dat úberhaupt iemand over die
straatnaam geschreven heeft.
Een
volgende link bracht me bij een straat met een vergelijkbare naam in een andere
plaats. Jawel, in Mons is er een Chemin de l’Inquiétude. Ook hier vond ik niets
over de herkomst van de naam, maar de Wikipediapagina waarop ik terecht kwam,
was verontrustend genoeg.
Op
24 maart 1997 namelijk werd er in de Chemin de l’Inquiétude een vuilniszak
gevonden met lichaamsdelen. Die vondst sloot aardig aan bij andere, eerdere en
latere, vondsten. Het ging (en gaat) over waarschijnlijk vijf vrouwen die
vermoord en in stukken gesneden zijn. Andere, vergelijkbare vondsten in Mons en
omgeving vonden onder andere plaats in de Rue du Dépôt (Dépôt mortuaire = lijkenhuis), in het riviertje Haine (haat),
en in de Rue de la Trouille (Straat van de Angst).
Men
gaat ervan uit dat er sprake is van een seriemoordenaar: Le Dépeceur de Mons
(de Slachter van Bergen). De politie tast eigenlijk nog in het duister. Wel is
er iemand veroordeeld die in New York (1990) en in Albanië (2007) vergelijkbare
moorden heeft gepleegd. Die man is, als ik het allemaal goed begrijp, nog
steeds op vrije voeten. Hij heeft telecommunicatief meegedaan aan het proces in
New York en hij is dus schuldig bevonden, maar omdat hij als geboortige
Montenegrijn nu ook weer in dat land woont, kan hij niet uitgeleverd worden.
Waarschijnlijk heeft hij met de moorden in Mons en omgeving niets te maken, er
zijn althans geen aanwijzingen voor gevonden, behalve de vaardigheden met het
scalpel.
Kortom,
ik weet nog niets over de herkomst van die straatnamen. Ik weet niets over de
moorden in Mons. Ik weet wel dat ik over niet al te lange tijd in Mons zal zijn
en in die straat. D. gaat mee, voor de stad en omdat ze ook wel houdt van dit
soort toevallen. En J. houdt van bloederige verhalen, al ligt hij er wakker
van. Dus die gaat ook mee. Als er een McDonalds is.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten