In 1971 hoorde ik de songs voor het eerst. Een vriend met de
toepasselijke initialen L.P. had het album gekocht en mij onmiddellijk op de
hoogte gesteld. We waren namelijk alle twee grote fans van Eric Burdon. Eerst in combinatie met de (overige) Animals
en nu in War. In 1970 kwam de LP Eric Burdon Declares "War" uit, de debuut-LP,
maar niet de eerste muziek die ik van hun kende. In december 1970 hadden ze
namelijk nog een LP uitgebracht The Black Man´s Burdon en op de een of andere
manier had diezelfde vriend die dubbelaar eerder op de kop getikt dan Declares
War. Toen ik het bericht van mijn vriend kreeg, laadde ik meteen mijn meer dan
levensgrote bandrecorder achter op mijn fiets en liep naar zijn ouderlijk huis.
Ook toen werden er natuurlijk al kopieën gemaakt. Geen idee of dat toen legaal
was of niet.
Het bekendste nummer van het album is waarschijnlijk Spill
the Wine, dat als single verscheen en een bescheiden hit werd. Naar mijn smaak
was het al gauw het slechtste nummer van de vijf, waarschijnlijk net omdat het
een hit was. Hits waren toen niet in, in mijn kringen.
Over Spill the Wine ga ik het dan ook niet hebben. Ik ga
iets vertellen over Tobacco Road en over
Blues for Memphis Slim, Daarbij moet dan aangetekend worden dat Tobacco Road bestaat
uit drie delen: Tobacco Road, I Have a Dream en Tobacco Road en Blues for
Memphis Slim uit vijf: Birth, Mother Earth, Mr. Charlie, Danish Pastry en
Mother Earth.
Ik heb de LP nog steeds (intussen ook de digitale versie) en
nog steeds zou ze heel hoog scoren op
mijn lijstje van beste albums ooit, als ik dat soort lijstjes tenminste nog zou
maken. Ik geloof dat ik met die vreemde gewoonte heb gebroken toen Declares War
niet meer op eenzame hoogte boven alle andere muziek stond. Maar dat heeft
jaren geduurd. Het ging zelfs zo ver dat ik de Blues for Memphis Slim op mijn
begrafenis of crematie wilde horen. Nou ja, laten horen.
Nu pas realiseer ik me dat ik nabestaanden misschien wel met
een probleem had opgezadeld. Ik noemde het nummer namelijk steeds Mother Earth.
“Bedoelde hij nou het hele nummer, of alleen deel 2 of misschien deel 5?” Ik
bedoelde het hele nummer. Maar het maakt niet meer uit. Al zouden ze – laten we
zeggen- André Rieu optrommelen. Ik hoor het toch niet. Eigenlijk is dat
trouwens een perfect idee. Laat Rieu maar spelen, dan lig ik extra rustig in
mijn kist, blij dat ik niets meer hoef te horen.
Memphis Slim |
Maar goed. Blues for Memphis Slim dus. Memphis Slim was een blues muzikant. Hij werd geboren
in Memphis, Tennessee (1915). Zijn eigenlijke naam was John Len Chatman (al ‘ondertekende’
hij zijn nummers steeds met P. Chatman, naar zijn vader Peter). De blues leerde
hij kennen door Big Bill Broonzy. De Nederlandse Wikipedia noemt Mother Earth (1950) zijn
bekendste nummer. Maar gezien het aantal
covers denk ik eigenlijk dat Everyday I have the Blues
(originele titel: Nobody Loves me) die titel meer verdiend.
Op Second Hand
Songs vond ik nog een paar versies van Mother Earth. Vooral die van Johnny Winter is de
moeite waard. Maar ook die van Cindy Lauper mag er
wezen.
Nog niet vermeld is de versie van Dayna Kurtz en Mamie Minch die je via deze
pagina kunt beluisteren. Wie mij kent, zal het niet verbazen dat ik ten
sterkste aanraad dat dan ook te doen.
Een van mijn favoriete nummers komt dus uit een onvervalste
blues-hoek. Het andere heeft een country-achtergrond. Tobacco Road namelijk is geschreven
(in 1960) door John D. Loudermilk. Zijn naam is, denk ik, (nog) minder bekend
dan die van Memphis Slim, maar hij is wel veel vaker gecovered (o.a. Norman door Sue Thompson,
Ebony Eyes door de Everly Brothers en het Landgraaf Duo)
.
Tobacco Road is maar liefst 49 keer door anderen op de plaat
gezet volgens Second Hand Songs. Maar ik heb er al weer twee bij gevonden op
mijn zoektocht voor dit blog. Alleen al Eric Burdon heeft drie versies van de
song op zijn conto staan. Een keer met de Animals
(niet de originele formatie met Alan Price, Chas Chandler enzovoorts), uiteraard
een keer met War, en
een keer met de Brian
Auger Band (met de intro van Oh Well van Fleetwood Mac).
Ook bij deze song wil ik even wijzen op de versie van Johnny en Edgar Winter. Er
bestaat zelf een Italiaanse
en een Franse versie van het nummer. De Franse, van Dick Rivers et les Chats
Sauvages had ik eigenlijk ook hier willen neerzetten, maar helaas vind ik hem
niet meer, ook niet via de link waarmee ik hem laatst ontdekte. Om dat een
beetje te compenseren zet ik hier nu maar een link naar een andere cover van
die band: Let’s Twist again,
al was het maar omdat het filmpje zo leuk is.
Waarom schrijf ik dit allemaal, vraag ik me af. Omdat het
leuk is te zien hoe mensen op verschillende manieren met muziek omgaan. Omdat
ik vind dat de King (Eric Burdon) en de Queen (Dayna Kurtz) of Covers recht
gedaan moet worden. Omdat ik telkens als ik bezig ben met een muziekblog zoveel
nieuws ontdek. Omdat je via muziek hoop en berusting kunt samenbrengen. Omdat
je via muziek mensen leert begrijpen. En omdat de volgende keer soms nog beter
is.
Daarom: A Day in the Life.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten