Ik
vermoedde het al langer, maar eindelijk is er dan nu bevestiging: iedereen is
gek.
Nou ja,
nog niet helemaal iedereen. Het enige concrete getal dat ik op dit moment weet,
gaat over de Amerikaanse schoolgaande jeugd: 83% daarvan heeft een zgn.
DSM-diagnose. Slechts 17% is ‘normaal’. Al is het begrip ‘normaal’ natuurlijk
twijfelachtig als je bij een zo kleine groep hoort. Je hoort dus bij een
minderheid als je normaal bent. Dat is een beetje gek. Want het woord normaal
betekent toch zoiets als ‘gebruikelijk’ , ‘het meest voorkomend’. Misschien is
de ‘normale’ groep de grootste minderheid, maar het blijft bedenkelijk.
Waar heb
ik het eigenlijk over.
Ik
luisterde vandaag naar het Radio-1-programma Dit is de Dag van de EO. Normaal wordt dat programma gepresenteerd
door Thijs van den Brink en Elsbeth Gruteke, maar nu was er een andere
presentatrice, wier naam ik (nog) niet heb kunnen achterhalen. Ze sprak met psychiater
Bram Bakker over het verschijnen van DSM-V. Twintig jaar na de vierde uitgave van
dit Diagnostic & Statistic Manual of
Mental Disorders werd het blijkbaar tijd voor een nieuwe editie.
Dit
handboek is in eerste instantie uitgegeven om de diagnostiek van psychische
aandoeningen wat eenduidiger te maken. Dat is een lofwaardig streven, want het
moet natuurlijk niet zo zijn dat de ene arts het begrip ‘depressie’ heel anders
definieert dan de andere.
Maar het
begint er steeds meer op te lijken dat elk enigszins afwijkend gedrag
onderdrukt moet worden. Met behulp van pillen, want we blijven wel
menselijk. En daarbij heeft de
medicijnenfabrikant er dan ook nog wat aan. Of laten we gewoon zeggen: vooral
de farmaceutische industrie heeft er wat aan. Ook het zorgstelsel zoals we dat
hier in Nederland kennen, maakt het er niet beter op.
Dit en
nog veel meer wordt er besproken in dat gesprekje op Radio 1, dat ik iedereen
van harte aanbeveel: hetvalt hier te beluisteren. En onthoud vooral de gratis tip die je er krijgt:
gebruik je gezond verstand.
Dat
probeer ik ook te doen op mijn werk. Ik werk op een middelbare school en dus
met pubers. Pubers zijn, zoals iedereen weet en/of zich zou moeten kunnen
herinneren, knettergek. Een puber die
niet gek is, is niet normaal. Maar steeds meer van die pubers krijgen zo’n
akelige afkorting opgeplakt. ADHD, PDD-Nos, Rek 4.
Geen
idee wat het allemaal is, wilde ik eerst schrijven, maar dat doe ik maar niet,
want van docenten wordt steeds meer verwacht dat ze zich verdiepen in dat soort
aandoeningen. Ik wil het helemaal niet weten, ik zou een deel van mijn kennis
hieromtrent willen kunnen ontweten. Want ik heb mezelf er wel eens op betrapt
dat ik zat te praten met een ADHD-er en niet met Joris die gruwelijk irritant
aanwezig kon zijn, maar die ook gewoon een fijne vent was, waarmee ik kon
lachen en lol maken. Gelukkig zijn de meeste leerlingen en was ook Joris erg
vergevingsgezind.
Een
beetje slimme leerling maakt gebruik van zijn al of niet aanwezige
stoornis. Deed ik ook tenslotte. Toen ik in een bepaalde periode heel erg veel
spijbelde en daarop door de conrector werd aangesproken, vertelde ik hem dat
mijn ouders gescheiden waren (hetgeen waar was) en ik werd met allerlei zorg
omringd. Het nam me erg voor hem in, maar ik kwam er niet vaker door naar
school.
Ik krijg
lang niet elke leerling zo ver dat hij doet, wat ik denk, dat hij zou moeten
doen. Voor mijn lokaal staat (op de gang) een soort tuinbankje. Daar zit ik
soms een halve les te praten met leerlingen. Tegen langslopende collegae zeg ik
dan dat we op de bus zitten te wachten. Ik hoop maar dat die lijn ook nog naar
een diploma leidt.
Interessant Jo.
BeantwoordenVerwijderenZolang de 'gekte' maar niet schadelijk is valt het wel mee en soms tegen....
Groet, Annet