Laat ik
maar beginnen met een aantal redenen waarom ik het onderstaande eigenlijk niet
zou moeten schrijven.
-Het origineel
– Othello - heb ik nooit gezien, niet als toneelstuk, niet als film. Ik heb het
zelfs niet uitgelezen in mijn verzamelde werken van Shakespeare. Ik moest Wikipedia erop naslaan om de inhoud
te achterhalen.
-Ik ga vrijwel
nooit naar toneel en zeker nooit naar musicals. Ook op tv, voor zover ik daar
al naar kijk, zie ik dat soort spul niet.
-Het
item in het radioprogramma Opium van vandaag (6-4-2013) duurde in zijn geheel
waarschijnlijk iets van vijf minuten. Ik schakelde het na pakweg twee minuten
uit: ergernis.
De enige
musical die ik ook heb uitgezeten was Jesus Christ Superstar, uitgevoerd door
een Duits gezelschap (en in vertaling, als ik het me goed herinner) in de
Heerlense Stadsschouwburg in 1972 of zo. Dat vond ik een ramp. Niet omdat de
uitvoering zo slecht was, daar had ik toen nog minder dan nu kijk op. Ook niet
omdat het in het Duits was, want ik realiseerde me dat de Engelse versie in
feite ook nagesynchroniseerd was. Maar
ik vond de muziek niks, en het verhaal kende ik ook al.
In
diezelfde tijd zag ik ook Cabaret, als een soort verfilming van de musical, en
Lady Sings the Blues als muziekfilm. Onuitwisbare indrukken, beelden en
muziekgenres die me tot dan toe vrijwel onbekend waren. Nog steeds, ik schreef
het geloof ik al eens eerder, springen de tranen in mijn ogen bij het
finalenummer van Cabaret: Life is a Cabaret.
Maar
goed, ik zat dus in de auto en luisterde naar Opium. Dat doe ik wel vaker en
vooral graag, want er komen regelmatig boeiende onderwerpen aan de orde.
Misschien moet ik er nog bij vertellen dat het programma af en toe onderbroken
werd door een qua daadwerkelijke tijd korte, maar in feite veel te lange update
door Marcella Mesker over de Davis-Cup-wedstrijd van Nederland tegen Roemenië.
(Ja hoor, ze hebben gewonnen.) Daardoor kwam ik al in een licht-geërgerde
stemming. Ze moeten toch echt eens ophouden met dat achterlijke gedoe omtrent
sport. Zend een wedstrijd (in welke sport dan ook) uit, integraal voor mijn
part. Drie uur lang curling, mijn zegen heb je. Maar onderbreek geen ander (en
dus interessanter) programma voor dat competitieve geneuzel.
Tom van 't Hek |
Voordat
er nu gedacht wordt dat ik een hekel heb aan alle sport, het volgende. Ik kijk
graag naar een wielerwedstrijd en ik luister ’s morgens vroeg rond kwart voor
acht graag naar Tom van 't Hek op Radio 1 met zijn kijk op de sport van de
voorgaande dag. Dat laatste vind ik vooral leuk omdat het vaak een gesprekje is
tussen hem en een van de vrouwelijke presentatoren van het programma waaruit
blijkt dat ze samen plezier hebben. Ik heb soms het vermoeden dat die
presentatrice (ik weet alleen niet meer welke: Lucella Carasso of Lara Rense)
een zwak heeft voor Tom. (Zelf heb ik vooral een zwak voor zijn afscheid:Yoy!)
Ik was
dus al lichtelijk geërgerd toen het gesprek begon over Otis, een musical
die
volgens de regisseuse gebaseerd was op Othello van Shakespeare. Zij had,
vertelde de Opium-radio-presentator, al vaker Shakespeare gedaan en hij
herinnerde aan een uitvoering van een van die stukken bij Oerol.
Shakespeare |
Ik hoor
graag mensen enthousiast vertellen over iets dat ze mooi vonden. Nou ja, daar
zitten ook grenzen aan natuurlijk, maar als het gaat over iets dat (of iemand
die) ik niet ken, dan prikkelt het mij wel eens om kennis te nemen van de bijbehorende
kunstuiting. Het mooiste voorbeeld vind ik Dayna Kurtz: ik las een recensie van
een van haar optredens of van haar eerste cd in de Volkskrant en zonder de
muziek eerst te hebben beluisterd, kocht ik Postcards from Downtown, nog steeds
een van de beste cd’s die ik heb.
Maar ik
ga dus niet naar Otis, de musical. Niet alles moet vermusicald worden, dat op
de eerste plaats. Het argument van de regisseuse dat Shakespeare een
volksschrijver was en daarom geschikt voor een musical, overtuigde me niet. Ze
zei het niet, maar volgens mij bedoelde ze: zo krijgen we ook de gewone man in
het theater bij een uitvoering van de echte Shakespeare.
Ik
bedoel maar, er zijn ongetwijfeld veel mensen via André Rieu aan de klassieke
muziek geraakt, althans aan de meezingers in dat genre, en natuurlijk is mijn
neef via een of andere donkere en bloederige game in contact gekomen met de
Carmina Burana, maar hoe vaak, vraag ik mij dan af, leidt het Tieten Kont
Tieten Kont Tieten Kont Kont Kont van Jan Wolkers tot meer dan een vage
waardering voor de Radetzky Mars van de oude Strauss?
En toen
lieten ze ook nog een liedje uit Otis horen. Op Opium-radio, een programma dat
ik zeer waardeer. Beetje iele piano, een zangeres die wat dat betreft de piano
niet wilde overstemmen. En een tekst.
Een tekst
die zo godsgruwelijk tenenkrommend was, zo plat en tegelijkertijd zo niet de
taal des volks dat ik ijlings op het uitknopje drukte, de auto langs de kant
van de weg parkeerde, uitstapte, een sigaret rolde en rookte en Nederland
vervloekte.
Dat kon,
omdat ik net in België was. Ik was er gaan tanken en shag gaan kopen. Lekker
goedkoop.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten