Het is
een ongekende luxe tussen grenzen te wonen. Als die grenzen ongehinderd over te
steken zijn tenminste, zoals die op ongeveer 100 meter van mijn huis. Ik woon
in Wolder, nu een buitenwijk van, vroeger een dorp bij Maastricht. Wolder is een deel van die rare bobbel die de
grens tussen België en Nederland sinds 1839 maakt, omdat Maastricht tijdens de
zogenaamde Belgische Opstand in Nederlands bezit bleef, het grootste deel van
Limburg sloot zich aan bij de opstandelingen. De Maas vormt voor een groot deel
de grens tussen Belgisch en Nederlands Limburg, maar de logica van een
grensrivier werd rondom Maastricht doorbroken: Maastricht was immers een
vesting- en garnizoensstad en dat leek toen nog belangrijk. Dat Wolder binnen de Nederlandse grenzen
bleef, had te maken (althans, dat heb ik me eens laten vertellen) met het
bereik van de kanonnen van die tijd. Vergeleken met de situatie voor 1830 kwam
er dus een grens bij, maar vergeleken met de pre-napoleontische tijd was het
grensbeeld van deze streek veel eenvoudiger geworden. Het Prinsbisdom Luik (dat
ook ongeveer de helft van het oude Maastricht beheerde) was verdwenen en het
huidige Nederlands-Limburg hoorde in zijn geheel bij Nederland en niet meer
(deels) bij onderdelen van het Heilige Roomse Rijk. (Al bleef het ook na 1839
nog een tijdje lid van de Duitse Bond.) Nog eerder was de wirwar van grenzen
nog fraaier.
De
huidige situatie bestaat dus sinds 1839, de bijbehorende grenspalen zijn
geplaatst in 1843 (n.a.v. een verdrag van Maastricht). Nog geen tweehonderd
jaar dus. En toch zijn er wezenlijke verschillen te ontdekken.
Als ik
vanuit mijn huis tweehonderd meter westwaarts wandel, ben ik in Vroenhoven. De
oude naam van Vroenhoven is Montenaken. Ik woon aan de Montenakerbank en loop
bij een wandeling vaak via de Wolderweg terug naar huis. Vroenhoven hoort
tegenwoordig bij de gemeente Riemst. Je kunt er goedkoop shag en benzine kopen.
In Eetcafé Benelux kun je hopelijk nog steeds overheerlijke lamskoteletjes
eten. Verder is het dorp van weinig belang en lelijk. Maar het leuke is dan
weer dat het Vlaams-lelijk is. En dat is heel anders dan Nederlands-lelijk. Het
is rommelig-lelijk, en dat vind ik veel beter te pruimen dan de geordende
afstotelijkheid van moderne Nederlandse wijken.
Shag en
benzine haal ik er, ik zei het al, dat scheelt al gauw een euro of 15 of 20 per week. Maar wat ik dan weer niet doe is op een
zondagmorgen gruwelijk verse broodjes of een overheerlijke vlaai halen. Ik denk
er gewoon niet aan. Want het is in België. Belachelijk natuurlijk. Op zaterdag
koop ik in een Maastrichtse supermarkt die een kilometer of twee verder van
mijn huis ligt dan de Vroenhovense bakker een voorverpakt halfje goed kneedbaar
tarwe, terwijl ik daar een krakend korstig, in papier verpakt dampend, royaal gesneden
brood kan krijgen. En echte echte boter!
Kapel OLV van Gedurige Bijstand,
Zussen, françoish
|
Rare rotonde. De blauwe lijn is de taalgrens :) |
Rare rotonde |
Vroeger
zal de weg vanuit Zussen ongetwijfeld rechtdoor gelopen hebben. De naam Visé-Steenweg
zegt genoeg tenslotte. Maar als je nu
rechtdoor zou rijden, zou je een doodsmak maken in een diepe steengroeve. Zou er een weg naar links gaan dan zou die weer
uitkomen aan de rand van Zussen. Misschien was het de bedoeling van hieruit
verder te gaan naar de brug over het Albertkanaal in Kanne, maar dat zou gezien
het landschap en het weinige verkeer een wel erg dure ontsluiting zijn van dit
Vlaamse dorpje dat ligt ingeklemd tussen Nederland en Wallonië.
Want
daarmee heeft alles hier te maken: met grenzen en dan vooral met de taalgrens.
Als je de enig mogelijke afslag neemt, kom je in Wallonië. Nou ja, in
nog-niet-zo-lang-Wallonië, want de dorpjes Rukkelingen-aan-de-Jeker, Bitsingen,
Wonck, Glaaien, Boirs en Eben-Emael werden in de zestiger jaren geruild met een
aantal dorpen in de Voerstreek en werden dus Waals: Roclenge-sur-Geer,
Bassenge, Wonck, Glons, Boirs en Eben-Emael.
Carolus Magnus, Mde01 |
De
weg daalt -uitgekapt uit mergel- het Jekerdal in en passeert een steengroeve
(een carrière) aan de linker- en de toren van Eben-Ezer (waarover later) aan de
rechterkant. Je daalt in een grote bocht af naar weer een rotonde, hierop staat
een standbeeld van Karel de Grote. Hij is in de buurt geboren. Herstal, een kleine 15
km naar het zuiden, wordt genoemd als geboorteplaats, maar zeker is dat niet. Karel
kijkt de weg op die ik net ben afgedaald, hij kijkt in de richting van het
Vlaamse gewest. Het weinige publiek dat hij krijgt, zijn dus de mensen die net
de taalgrens zijn gepasseerd. Op de sokkel is zijn naam in het Latijn
uitgehouwen, maar hier had een ‘Hier waak ik’-bordje ook niet misstaan. Hier
wordt een stelling betrokken, een grens gemarkeerd.
Op deze
rotonde heb je meer keuze: je kunt naar rechts en rechtdoor. Rechts ga je naar
Wonck en Bassenge. Nu rijden we rechtdoor naar… de volgende rotonde. Nog geen
honderd meter verderop moet je namelijk weer een keuze maken. Rechts ga je naar
Visé en Luik via een weg die bijna
parallel loopt aan die naar Bassenge maar
dan scherp stijgend (en even later nog veel scherper dalend). We gaan links en
komen meteen bij de eerste huizen van Eben-Emael. Links stroomt de Jeker (Le
Geer) die we al spoedig – na een haakse bocht- oversteken. Het landschap lijkt
hier ouder, de percelen zijn kleiner, want het terrein is geaccidenteerder. Maar
dat is niet alles. Dit gedeelte van Wallonië lijkt in de vijftiger jaren te
zijn blijven steken. De huizen lijken ouder, alles is (nog) rommeliger, maar
onvoorstelbaar mooi. Nou ja, voor iemand die, zoals ik, in een jarenzeventig
nieuwbouwwijk woont en gezegend is met nette buren is dit genieten.
Twee rotondes |
Fort Eben-Emael/Albertkanaal |
Oorlogskerkhofje, Kanne |
Daarom neem ik op de rotonde de eerste afslag zodat ik even het oorlogskerkhofje kan bezoeken waar de kruisen van de gesneuvelde grenadiers nog staan, maar waar hun lichamen niet meer rusten: ze zijn verplaatst naar een groter in de buurt.
Via een prachtig kronkelende Zusserdel kom ik (weer) op het Plateau van Caestert. Weidse vergezichten.
Het wordt pas weer saai als ik via Heukelom en Vroenhoven de grenspaal bereik op de hoek van de Diependaalweg (links België, rechts Nederland)
De foto's zijn van Google Earth en/of Panoramio geplukt. Alleen die van het oorlogskerkhofje heb ik zelf gemaakt. De kaart is uiteraard van Loesje.
Je leidt me een mooie wereld in, enigszins bekend van het Pieterpad en de Grens met Tommy Wierenga, toch valt het mij nog niet mee me dit alles globaal voor te stellen...een ding is bijna wel zeker, je woont daar grenzeloos
BeantwoordenVerwijderenToen ik vroeger in Heerlen woonde, ging ik wel eens met mijn hond zwerven over de velden en door de weilanden. Soms bleef ik lopen. Dan kwam ik op een gegeven moment bij de resten van de Siegfriedlinie uit, een Duits antitankgedoe uit de Tweede Wereldoorlog. Dat fascineerde en fascineert mateloos.
BeantwoordenVerwijderenOverigens heb ik net (via Google Earth) een nog vreemdere rotonde gevonden dan die op de taalgrens: er leidt maar een weg naar toe. Je kunt er oprijden en dan weer er af, via dezelfde weg. Te vinden in Maastricht.