De beste
LP van Eric Burdon & The Animals heb ik nooit gehad. Niet zo vreemd want
dat album is alleen uitgekomen in de Verenigde Staten. Nou had een vriend van
me connecties en hij heeft het (denk ik tenminste) wel in zijn bezit (gehad).
En ik heb het album dan weer van hem opgenomen op mijn Philips bandrecorder. (Tapedecks
bestonden toen volgens mij nog niet, maar misschien heb ik het verschil tussen
de twee ook wel nooit begrepen.) Mijn Nederlands fabricaat had enorme
afmetingen (zo’n 80x50x30cm) en een vrij beroerde geluidskwaliteit. Om mijn
opnames te maken, moest ik het ding achter op mijn fiets laden en het met het
stuur in de ene hand en de recorder aan zijn plastic handvat in de andere een
kleine twee kilometer verderop zien te krijgen. De recorder was loeizwaar en ik
was doodsbang dat het ding van mijn fiets zou vallen. Tegen de tijd dat ik
aankwam waren beide handen verkrampt en verlamd zodat mijn vriend alle
technische handelingen moest verrichten om mijn apparaat aan het zijne te
koppelen. Omdat ik niet ook nog de
bijbehorende boxen kon meenemen en omdat zijn versterker bij opnames geen
geluid aan zijn boxen doorgaf, zaten we tijdens de opnames slappe koffie te
drinken en elkaar wezenloos aan te staren. Zijn boxen hadden andere pluggen dan
de mijne, dus pas als ik thuis kwam, kon ik controleren of de opnames wel gelukt
waren. Als dat niet zo was, moest er een nieuwe opnamedag gepland worden.
Die
afspraak moest dan de daaropvolgende dag gemaakt worden, want telefoon hadden
we nog niet en de dichtstbijzijnde telefooncel stond zo’n honderd meter van het
huis van mijn vriend.
Maar als
het allemaal wel gelukt was, sloot ik me op in mijn kleine kamertje, sloot
alles weer aan en ging tussen de boxen op de vloer zitten. Waarschijnlijk
rookte ik dan een pijpje gevuld met de hasj die ik betrok bij de zoon van de
koster. En ik ging luisteren.
Zo hoorde
ik Every One of Us (uitgekomen in mei
1968, ik weet niet meer wanneer ik het voor het eerst hoorde).
Op
Youtube zijn alle opnames te vinden. Op één na.
Ik
plaats ze hier allemaal, want ze zijn nog steeds erg de moeite waard. Gedateerd
misschien, maar dat ben ik ook, zal ik maar zeggen.
Kant 1
"Uppers and Downers"
(0:24)
Kant 2
Mijn favoriet toen was The Immigrant Lad, want het
sloot zo mooi melancholiek aan, vond ik,
op mijn leven als zoon van een mijnwerker. Nadeel was dat mijn woonplaats niet
aan een rivier lag.
Year of the Guru vond ik leuk omdat er zo leuk de
draak gestoken werd met allerlei mensen die op zoek waren naar een wijze meester
(Gottagetaguru).
Over St. James Infirmary heb ik al een blog
geschreven.
Van het laatste nummer (New York 1963-America1968) vind ik vooral het eerste deel
nog steeds ontzettend mooi.
Maar goed, een nummer ontbreekt dus op Youtube. Het is
een nummer van maar 24 seconden, maar toch. Het is een bewerking van een oude
Engels nursery rhyme met de titel The Grand Old Duke of York. De titel die
Burdon aan zijn arrangement gegeven heeft, heeft, las ik ergens, waarschijnlijk
vooral te maken met het gebruik van verschillende middelen in de dope scene,
maar dat wist ik toen niet. Ik vond het toen, stoned als ik was, vooral een erg
filosofisch nummer.
En, och, misschien is het dat ook wel. De filosofie
heet dan: Stating the Bleeding Obvious en wellicht is daarin meer waarheid te
vinden dan in de hele History of Western Philosophy van Bertrand Russell.
The
grand old Duke of York,
He had ten thousand men;
He marched them up to the top of the hill,
And he marched them down again.
And when they were up, they were up,
And when they were down, they were down,
And when they were only half-way up,
They were neither up nor down.
He had ten thousand men;
He marched them up to the top of the hill,
And he marched them down again.
And when they were up, they were up,
And when they were down, they were down,
And when they were only half-way up,
They were neither up nor down.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten