27 okt 2012

The Unfortunate Rake



The Unfortunate Rake LP-hoes
Op 3 December 2011 plaatste ik een blog met als titel St. James Infirmary. Het gaat over het gelijknamige nummer in een aantal uitvoeringen. Ik vertel ook iets over de geschiedenis. In dat laatste was ik verre van compleet. Intussen heb ik de digitale versie gevonden van een LP uit 1960, zeven jaar voor de versie van Eric Burdon & The Animals die me aanzette tot de speurtocht uitkwam. (The Unfortunate Rake 1960 - Folkways FW03805 LP). Uit het bijbehorende boekje haal ik wat extra informatie. In het boekje vertelt de samensteller dat het lied in die jaren (rond 1960 dus) erg populair is bij de studie volksmuziek, de LP is samengesteld met de bedoeling de bijbehorende uitvoeringen wat toegankelijker te maken. 


Henry VIII door Hans Holbein d.J.
De oudst bekende deelversie van het lied (van de tekst althans) gaat terug tot 1848 (Cork County, Ierland), de eerste complete versies zijn later in de 19e eeuw gepubliceerd op zogenaamde broadsides (grote eenzijdig bedrukte vellen papier, pamfletten). In die eerste versies is sprake van St. James’ Hospital, een gebouw dat toen al zo’n driehonderd jaar niet meer bestond. Het was een ziekenhuis waar een aantal zusters leprozen verzorgden en vaak -zoals uit de teksten blijkt- naar de dood begeleidden. In 1532 kreeg Hendrik VIII het terrein in handen en liet er een paleis bouwen: St. James’s Palace. Het paleis is maar korte tijd als koninklijke residentie in gebruik geweest. Het bijbehorende terrein echter (St. James’s Park) en de straat waaraan het complex ligt (Pall Mall) is langer populair geweest, althans bij de bevolking. Jonathan Swift (1667-1745) schreef over paleis en park: "Houses of amusements abounded … bibbing and drinking under the trees: two or three quarrels every week. It was grown scandalous and insufferable." Maar de Mall bleef tot midden 18e eeuw een geliefde promenade in London. In de negentiende en twintigste eeuw hebben er zich een aantal Herenclubs gevestigd.
Ik weet het niet, maar misschien hebben die latere ontwikkelingen eraan bijgedragen dat de ziekte die hier (zonder veel succes) werd bestreden in het lied werd vervangen door een ziekte die men hier opliep: syfilis. Zo van: vroeger was hier een gasthuis voor leprozen, nu loop je hier de sief op. Bij St. James is het altijd ellende. Leuke bijkomstigheid is, dat men vaak veronderstelde dat Hendrik VIII aan syfilis gestorven is.(1)


The Unfortunate Rake

As I was a-walking down by St. James' Hospital,
I was a-walking down by there one day,
What should I spy but one of my comrades
All wrapped up in flannel though warm was the day.

I asked him what ailed him, I asked him what failed him,
I asked him the cause of all his complaint.
"It's all on account of some handsome young woman,
'Tis she that has caused me to weep and lament.

"And had she but told me before she disordered me,
Had she but told me of it in time,
I might have got pills and salts of white mercury,
But now I'm cut down in the height of my prime.

"Get six young soldiers to carry my coffin,
Six young girls to sing me a song,
And each of them carry a bunch of green laurel
So they don't smell me as they bear me along.

"Don't muffle your drums and play your fifes merrily,
Play a quick march as you carry me along,
And fire your bright muskets all over my coffin,
Saying: There goes an unfortunate lad to his home."

 
Het komt er dus op neer dat een soldaat in St. James Hospital een van zijn kameraden aantreft. Hij vraagt naar het waarom van zijn kwalen. Het ligt allemaal aan een knappe jonge vrouw. Had zij hem verteld over haar ziekte, dan had hij nog medicijnen kunnen halen, zoals kwik, om hem te genezen van de syfilis. Nu is het te laat en het enige wat hem nog rest, is voorbereidingen treffen voor zijn begrafenis.
Die wil hij wel een beetje leuk houden, dus de begeleidende jonge meiden moeten een bosje laurier bij zich dragen, zodat ze hem niet ruiken. De muziek moet ook een beetje opgewekt blijven. En het salvo dat zijn collega-soldaten afvuren zegt: Pech gehad, jongen, maar ook een beetje: dat krijg je nou van je losbollige leven. Dit blijft het thema door de jaren heen.

Pech gehad, jongen. Maar ook pech gehad, meisje, want uiteraard overkomt dit soort tragedies ook meisjes. Waarschijnlijk zelfs vooral meisjes. Soms zingt een vrouw dat verhaal. Dan blijft het verhaal vergelijkbaar, al moet het enigszins aangepast. In het verhaal hieronder is het de vader die zijn dochter in St, James’s Hospital aantreft. Ze vertelt hem in feite haar carrière: eerst naar de kroeg, daarna de danssalon, daarna het bordeel en dan naar het graf. Het klinkt bijna logisch. Ze vraagt om een priester, om een dokter en om de eerste jongen op wie ze verliefd werd (en die dus waarschijnlijk de oorzaak genoemd moet worden van haar miserie).


The Bad Girl's Lament  (Wade Hemsworth)

As I walked down to St. James' Hospital,
St. James Hospital early one day,
I spied my only fairest daughter
Wrapped up in white linen as cold as the clay.

CHORUS:
So beat your drums and play the fife lowly,
And play the dead march as you carry me along;
Take me to the churchyard and lay the sod over me,
I am a young maid and I know I've done wrong.

Once in the street I used to look handsome;
Once In the street I used to dress gay;
First to the ale house, then to the dance hall
Then to the poor house and now to my grave.

(CHORUS)

Send for the preacher to pray o'er my body,
Send for the doctor to heal up my wounds,
Send for the young man I first fell in love with,
That I might see him before I pass on.

(CHORUS)

Let six pretty maidens with a bunch of red roses,
Six pretty maidens to sing me a song,
Six pretty maidens with a bunch of red roses
To lay on my coffin as they carry me along.

(CHORUS)
                                           
Deze versie is opgetekend in Canada. Het verhaal is dus aan het reizen geslagen. In Noord-Amerika ontstaan weer nieuwe versies. Een van de bekendste is de cowboy-versie: Streets of Laredo (o.a. gezongen door Johnny Cash). Aan de dood van de slachtoffers in deze verhalen komt geen kwik te pas, maar een ander metaal: lood. In de vorm van kogels. De oorzaak van de ellende is niet de liefde, maar een overzichtelijker verslaving als drank of gokken. Maar ook vakbondsleden, Chinezen en zelfs skiërs komen aan een onfortuinlijk einde.

Daarnaast bestaat er nog wat het boekje bij de LP noemt een Texaanse ‘Negro version’ die meer aansluit bij The Bad Girl’s Lament, hoewel het slachtoffer toch een cowboy is. Hierin komen de dames van lichte zeden weer aan de orde, mede schuldig als ze zijn aan het sterfgeval.

I want sixteen young gamblers, papa, to carry my coffin,
I want sixteen young whore gals for to sing me my song,
Tell them bring ‘long a bunch of these sweet-smellin’ roses,
So they can’t smell me as they drive me on.

Hier geen laurierbladeren maar rozen. In die tijd was het duidelijk nog niet gebruikelijk lijken in gekoelde ruimtes op te baren. Het werpt toch een iets ander licht op de gewoonte een doodskist te bedekken met allerlei bloemen.(2)


Tot nu toe was er steeds sprake van twee hoofdpersonen in het lied: de persoon (man of vrouw) die binnenkort komt te overlijden en de persoon (de zanger) die diens verhaal aanhoort en verder vertelt.
In The Gambler’s Blues/St. James Infirmary komt er een derde persoon bij. Dat moet ook wel, want de verteller uit de oudere versies besluit dat het leven zonder zijn geliefde (die hij aantreft in St. James) niet meer de moeite waard is en hij regelt alle begrafeniszaken alvast voor zichzelf.
Dave Van Ronk speelt het nummer onder beide titels.Ik plaats hier twee versies.(3)



The Gambler's Blues/St-James Infirmary Blues

It was down at Old Joe's bar room
On the corner of the square
They were serving drinks as usual
and the usual crowd was there

On my left stood Big Joe McKennedy
His eyes were bloodshot red
Turned to the crowd around him
these are the very words he said

I went down to that St-James Infirmary
I saw my baby there
stretched out on a long white table
so sweet, so cold, so fair

Let her go, let her go, God bless her
wherever she may be
She may search this wide world over
never find a sweet man like me

When I die please bury me
in my high-top Stetson hat
Put a twenty-dollar gold piece on my watch-chain
let God know I died standing pat

I want six crapshooters for pallbearers
A chorus girl to sing me a song
Put a jazz band on my hearse wagon
To raise hell as I stroll along

Now that I've told my story
I'll take another shot of booze
And if anybody happens to ask you
I've got those gamblers blues

Let her go, let her go, God bless her
wherever she may be
She may search this wide world over

never find a sweet man like me

Zo komen we langzaam aan het einde van dit blog, want dit is natuurlijk de versie waarop Eric Burdon & The Animals zich gebaseerd hebben.
Dit is ook de versie die bekend is geworden in de jazzwereld, dankzij mensen als Cab Calloway en Louis Armstrong. Luister ook eens naar de versies van Hugh Laurie, Eric Clapton en Dr. John, en naar die van Van Morrison.

Want dat is het mooie van dit nummer: iedereen kan er mee aan de haal gaan en bijna iedereen doet dat dan ook. Elke versie heeft zijn eigen klank en vaak zijn eigen tekst. En dat is denk ik een van de kenmerken van echt goede muziek.


Overigens vond ik een paar dagen geleden een live-uitvoering door de Big Nasty Jazz Band. Voorlopig blijft dit waarschijnlijk mijn favoriet.


Lees ook: St. James Infirmary






[1] Volgens Robert Hutchinson, De laatste dagen van Hendrik VIII is er echter geen sprake van syfilis, eerder van het syndroom van Cushing.
[2] Uit eigen ervaring weet ik dat bloemen niet echt goed helpen de lijkenlucht te verdrijven. Toen mijn grootvader tijdens een hittegolf stierf en er in zijn bejaardenhuis niet genoeg koelruimtes aanwezig waren om alle slachtoffers van die zomer te bergen, was de lucht bij de uitvaart bijzonder onaangenaam.
[3] Dave Van Ronk, 1936-2002, was een New Yorkse folk singer die ook niet vies was van blues en jazz en die regelmatig werk van Kurt Weill uitvoerde. Bob Dylan en Joni Mitchel zeggen door hem beïnvloed te zijn.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten