K.I. & N.W. 5
De volgende dag bleef hij thuis. Wachten op het telefoontje van de directeur, ook al had die gezegd dat het zeker een week, misschien wel langer zou duren. Maar misschien had hij nog aanvullende informatie nodig. En die kon K. alleen maar geven als hij alles bij elkaar had. Zijn aantekeningen over wat er besproken was. Bij het eerste telefoongesprek en tijdens het gesprek van gisteren. Hij had verder geen verplichtingen, hij hoefde zelfs niet echt boodschappen te doen. Hij kon zich redden met het spul dat hij in huis had.
Gewoonlijk hield hij wel van dit soort dagen. Hij hield dan de gordijnen de hele dag dicht en liep rond in zijn ondergoed. De telefoon zette hij uit. Hij werkte in kleine porties, keek af en toe een filmpje op Youtube of speelde een of andere game. Aan het eind van de dag had hij dan meestal vrij veel werk verzet. Als hij aan een opdracht werkte tenminste. Als hij alleen met planning en dat soort zaken bezig was, kwam hij meestal tot zo goed als niets. Behalve dan wat pornofilms.
Maar deze dag was anders. Ook vandaag opende hij de gordijnen niet, maar hij douchte en kleedde zich meteen aan. Hij installeerde zich achter zijn bureau, legde de benodigde papieren naast zijn laptop en keek of zijn telefoon was opgeladen. Daarna pas nam hij zijn eerste kop koffie. Toen hij terugkwam uit de keuken lag Strega op de papieren. Saartje, de andere kat, lag nog op bed.
Dit zou geen productieve dag worden. Hij wist het al na twee minuten. Hij las zijn aantekeningen door, zette hier en daar een streep onder een belangrijk woord, maar stopte daar weer snel mee toen hij bedacht dat daardoor zijn netjes uitgetikte aantekeningen te rommelig, te onleesbaar misschien, zouden worden. Hij zocht op Youtube naar een filmpje. Een aflevering van Get Smart, een nogal melige, maar toch wel grappige serie uit de zestiger jaren. Maar na twee minuten stopte hij het weer. Dit was niks. Hij overwoog een andere serie, maar besloot tenslotte dat Youtube voorlopig taboe was. Gamen leek hem ook geen goed idee en porno was natuurlijk helemaal not done. Hij moest geconcentreerd blijven. Hij printte zijn aantekeningen opnieuw. Het blaadje met de eerste print draaide hij om en op de blanco achterkant krabbelde hij onachtzaam met zijn pen. Pas een paar minuten later viel hem op dat hij zijn naam had getekend, althans zijn fictionele initialen uit vroeger tijden: K.I.
Toen pas herinnerde hij zich het bushokje, de letters van een dag eerder. De K en de I, maar ook de vegen die erachter stonden: slecht uitgewiste letters. NW? Nee, natuurlijk niet. Een M was waarschijnlijker. Hij stelde zich een jongen voor die de drie letters van de naam van zijn geliefde op het bushokje spoot. Waarschijnlijk had ze op de dag van zijn actie, die ochtend, voor het eerst iets tegen hem gezegd. 'Hallo!' Meer niet, waarschijnlijk. De jongen had de rest van de dag gedroomd, geen wiskunde geleerd, geen Duits en geen geschiedenis. Hij had gedroomd dat hij had durven antwoorden. En misschien wel van een kus. Nee, geen kus. Hij had zichzelf gezien naast haar, op een bankje in het park naast de school. Meer niet. Meer was niet nodig.
Maar wat nou, als er wel NW had gestaan, als het wel een directe verwijzing naar zijn jeugdliefde was geweest, op dat bushokje, in die stad? Karel Innemee vroeg zich af of hij dan wel in wonderen zou hebben geloofd. Of hij de tekst dan meer dan nu als teken had gezien en niet als toevallige trigger van een herinnering. Want dat was het natuurlijk als je het helder wilde houden. Er bestonden geen 'wondere tekenen', geen betekenissen. Vroeger wel misschien, nu niet. Nu niet.
Toch liep hij een klein uur later over het bospad naar de Beukenkoel. De plaats waar hij ooit letters gekerfd had. De letters. Hij had zijn camera bij zich en zijn telefoon. Hij kon dus foto's maken. Van de oude letters.
Zijn wandeling was een feest der herkenning. Na zijn avontuur met Nellie Waldfeucht was hij nog één keer op die plek geweest. Met zijn vader, twee jaar voor diens dood. 'Hier kwamen we vroeger altijd met onze scharrels.' 'O ja? Ik ben hier ook wel eens geweest. Met een vriendin.' Maar hij kon het niet bewijzen. De inscriptie zou voor zijn vader onbegrijpelijk zijn geweest.
Maar nu kon hij er naar toe gaan. De letters fotograferen en meenemen naar zijn huis in zijn stad. Hij zou er een afdruk op posterformaat van laten maken en een lijst kopen van koel aluminium. Hij zou de foto aan de muur achter zijn bureau hangen. Hij zou achterover leunen en ernaar kijken op momenten dat hij inspiratie zocht.
Maar de letters waren er niet meer. Nellie Waldfeucht had ze lang geleden meegenomen. Maar dat wist Karel Innemee niet. Jarenlang had hij geleefd in de 'wetenschap' dat ze er stonden, dat hij ze kon bezoeken, als hij dat wilde. Nu zag hij alleen een vaag vierkant in de bast van een beuk. Hij kon niet weten dat de letters nu meestal aan de muur van een appartementje in A. hingen en er soms in een bed lagen. Hij kon wel vermoeden dat zij het was geweest, want wie anders dan Nellie Waldfeucht zou de letters hebben weggesneden?
Karel Innemee bedacht een scenario waarin Nellie enkele jaren na hun ontmoeting onder de boom terug was gegaan naar de plek en er de letters had weggewerkt. Omdat ze een nieuwe vriend had? Of gewoon omdat een familielid of kennis de letters had ontdekt en erover gesproken of geschreven? 'Hoi Nellie, ik liep laatst door het bos…'
Mooi geschreven! Autobiografisch?????
BeantwoordenVerwijderenDank je, Gerry. Nee, het is niet autobiografisch. De plek in het bos waar de boom van Karel en Nellie staat, komt wel met een zekere regelmaat terug in mijn schrijfsels.
BeantwoordenVerwijderenMisschien herinner je je 'krassen' nog, ik meen tenminste dat jij het gelezen hebt. Het verhaal van een onderwijzer en een leerling, geschreven lang voordat ik zelf in het onderwijs terechtkwam. In dat verhaal werden ook dingen in bomen gekrast.