Ik ben te laat met mijn blog. Want de mini-hype ligt alweer achter ons. Ik voel me al bijna verplicht uit te leggen wat er nu eigenlijk aan de hand was. Dat een kunstwerk van Van Lieshout met de fraaie titel Bikini Bar naast of althans in het zicht van een spoorlijn is gelegd en dat sommige machinisten aangaven moeite te hebben met dat ding, omdat het hun herinnerde aan zelfmoorden die zij in hun werk hebben meegemaakt. Nog maar eens een stormpje van verontwaardiging ging door Nederland. Ik deed er aan mee en begon aan dit blog. Vandaag heb ik het afgemaakt. De verontwaardigingen liggen al lang weer op heel andere plaatsen. Dit topic is al lang niet meer trending. Er hoeft niet meer over nagedacht te worden. In het heetst van de strijd is er ook niet over nagedacht. Toen werd er alleen gereageerd.
Maar ik wilde nog verder met het blog. Het verder schrijven en het plaatsen. Omdat iets niet afgelopen is als er niet meer over gepraat wordt.
|
Body Bar, Beaufort 06 |
Van mij mogen ze het laten liggen, dat ding van Van Lieshout. Niet omdat ik het zo geweldig mooi of anderszins indrukwekkend vind, maar omdat het de tongen losmaakt. Dat lijkt mij een niet onbelangrijke functie van kunst: het roept beelden op. Soms zijn die beelden erg onaangenaam, zoals de beelden van de treinmachinisten die iemand onder hun trein hebben gekregen. Ik begrijp goed dat ze liever niet met een dergelijke herinnering geconfronteerd worden.
Maar bij mij riep het die beelden niet op toen ik het werk voor het eerst en 'live' zag, ergens aan de Belgische kust bij gelegenheid van Beaufort 06. Ik was daar met mijn broer, zijn vrouw en een vriendin en het was, 4 jaar nadat mijn vrouw zelfmoord pleegde door voor de trein te springen. De nabestaanden mochten van de betrokken mensen in het ziekenhuis de stoffelijke resten niet zien. Het was te gruwelijk allemaal. Waarschijnlijk hadden ze gelijk. Ik had er ook geen behoefte aan haar te zien. Niet zo.
Van Lieshouts Bikini-Bar (toen heette het nog Body Bar) deed me op geen enkele manier aan haar of haar manier van sterven denken. Je zag een vrouwenlijf in bikini. Een lijf inderdaad, want geen hoofd, geen armen of benen. Waar die gezeten zouden hebben, had
|
Body Bar, interieur, Beaufort 06 |
het materiaal een andere kleur: rood natuurlijk. Het ging duidelijk niet om ruw afgescheurde ledematen, het deed hooguit denken aan met chirurgische precisie verwijderde delen.
Je kon de bar ook binnengaan. Niet zoals je zou verwachten (en zoals ik natuurlijk leuker had gevonden) via de vagina maar via een van de bovenbenen, voorzover aanwezig. Binnen in de ondanks de zeelucht toch wel wat bedompte ruimte was het licht wel mooi. Er stond een lange houten bank, een soort vat dat als statafel fungeerde, en er hing een dartbord. 'Een pikvogelbord wordt zo'n ding ook wel genoemd', schoot me onmiddellijk te binnen toen ik het zag. Het hing (uiteraard) aan de binnenkant van de vagina. Dat vond ik wel geinig. Of er ooit pijltjes in de Bikini-Bar hadden gelegen weet ik niet. Zo ja, dan had de plaatselijke jeugd die waarschijnlijk al bij de eerste gelegenheid meegenomen. Nu moest ik me tevreden stellen met een blik door de gesloten vagina naar buiten. Vaag rozig licht, meer was het niet, de wereld. En dat was goed. Op het genoemde meubilair na was het lichaam vooral leeg.
Ik weet niet meer wat ik toen gedacht of gezegd heb. Waarschijnlijk hebben mijn broer en ik wat licht-puberale flauwe opmerkingen geplaatst zoals mannen dat doen die gezamenlijk in het lichaam van een vrouw vertoeven.
|
Satellite des Sens, interieur, Out of Storage |
Later heb ik een ander werk van Van Lieshout bekeken. Dat was bij Out of Storage in de Timmerfabriek in Maastricht. De binnenkant van dat werk was volgens een bordje bij de ingang voorbehouden aan kinderen van hooguit 8 jaar. Maar omdat ik bij de uitgang naar binnen ging, zag ik dat bordje niet. Dat leverde een veel freudiaansere ervaring op dan de Bikini-Bar. Hier kreeg je veel meer de sensatie in een lichaam te zitten dan bij de ledemaatloze vrouw. Niet per se een menselijk lichaam, maar wel een lichaam met ingewanden en onverwachte hoekjes.
Ook dit werk van Van Lieshout vind ik niet bijzonder mooi. En een freudiaanse ervaring wordt van zelf minder freudiaans als je weet dat je er freudiaanse gedachten aan kunt ophangen.
En zo werkt het, denk ik, hoop ik, ook voor de machinisten die tijdens hun werk geconfronteerd worden met de Bikini Bar. Je weet wat je zult gaan zien. Je weet welke associatie eraan verbonden zou kunnen worden. En als je het ding dan ziet, dan denk je: hé, daar is dat vrouwenlijf in bikini. Waarom heeft dat mens geen armen? Geen benen? Mooi is het niet.
En daar komt het volgende station al weer.
Maar goed, ik ben geen machinist en ik heb de 'resultaten' van een dergelijke doodssprong nooit gezien. En ik kan natuurlijk nooit de associatie bepalen die wie dan ook heeft of zou moeten hebben bij wat dan ook. Maar de machinist die last heeft, pijn heeft door door de Bikini Bar opgeroepen associaties verdient vooral nog heel veel steun en hulp bij de verwerking van de traumatische ervaringen die hij heeft gehad. Die zou misschien nog helemaal niet terug moeten zijn in zijn werk. Want dat er daadwerkelijk weer iemand voor zijn trein springt, is niet ondenkbaar. Er is geen politieke of sociaal-economische reden denkbaar die hem (te vroeg) weer aan het werk zou moeten kunnen zetten.
Ik ben naast dit alles bang dat het meerendeel van de negatieve reacties op het werk, of
|
Body Bar, Beaufort 06 |
beter: op de plaatsing van het werk naast een spoorlijn, meer te maken heeft met een afkeer van Van Lieshout, moderne kunst in het algemeen of dit werk in het bijzonder, dan met empathie met de betrokken machinisten.
Laat Van Lieshout liggen. Nou ja, zijn werk. Laat het doen wat het doet. geniet ervan of vind het verschrikkelijk. Maar laat het liggen. Want het heeft nu zijn geschiedenis gemaakt. een korte hyperige, hijgerige geschiedenis. Het is kunst geworden.
De foto's bij dit blog zijn van mijn broer J. Hendriks. Behalve die van Out of Storage, die heb ik zelf gemaakt.