Gelijk
De discussie is natuurlijk al duizenden jaren oud. Moet je iets weten of moet je iets kunnen opzoeken.Het antwoord is al evenzo lang hetzelfde: beide.
Het begon natuurlijk allemaal toen twee herders elkaar ontmoetten en voordat ze het goed in de gaten hadden de geiten van beider kuddes zich vermengden. Ze wilden vastleggen hoeveel geiten van de een en hoeveel er van de ander waren. De slimste van de twee nam een stok en trok een streep in het zand. Hij wees daarbij op zijn oudste geit, de oermoeder. De andere herder knikte. Dat streepje betekende die ene specifieke geit. De herder trok een tweede streep. Iets korter misschien en wees daarbij op een van de beesten van de volgende generatie. En zo ging hij nog even door.
Een magisch moment zijn we nu geneigd te denken. Maar het zal misschien
eerder een moment van boerenslimheid zijn geweest van de eerste herder, die slechte ervaringen had met de ander: bij een vorige ontmoeting was hij een van de jongste geitjes kwijtgeraakt. Hij zou niet nog een keer bedrogen worden.
Het schrift was geboren. Het maakt daarbij niet uit of de eerste teller dat met een stokje in het zand deed of dat hij via de vingers van zijn hand telde. Misschien ging het ook helemaal niet om geiten, maar om bijvoorbeeld een aantal korenaren. Het voor ons magische moment was het plotselinge inzicht dat het ene het andere kon betekenen.
Thuisgekomen vertelde hij trots over zijn slimmigheid. Zijn zoons keken de vaardigheid snel van hun vader af. Al snel telden ze alles wat los en vast zat. Waarschijnlijk was het zijn nurkse vader die zoiets zei als: ‘Jaja, allemaal leuk en aardig die streepjes van jou, maar je had het gewoon moeten zien, moeten weten dat die ander een geit teveel meenam. Als je het weet, hoef je het niet met streepjes te controleren.’ De vader van de vader verbood zijn zoon en kleinzoons het gebruik van streepjes. ‘Want’ zei hij, ‘ straks gaat het op een beetje vreemde manier waaien en de wind waait net de streepjes die jij hebt gezet weg. Dan kun jij niet meer bewijzen dat die geiten van jou waren. En dan zijn we alles kwijt en we verhongeren. Is dat dan wat je wilt, met die rare streepjes van jou?’
De tijden waren toen nog zo dat een herder zijn vader gehoorzaamde. Maar niet veel later stierf de oude en de zoon zag zijn kans schoon. Als nieuwe oudste van zijn stam verplichtte hij iedereen zijn systeem van streepjes te gebruiken. ‘Want mensen vergeten nu eenmaal dingen.’
Sindsdien is het grote vergeten alleen maar verder gegaan.
Maar
Sinds het grote vergeten is begonnen, zijn er steeds meer methoden bedacht om datgene waarover men zeker wilde zijn vast te leggen. Het begon enkele weken na de dood van de grootvader uit het verhaal hierboven. De vader stuurde zijn oudste zoon op pad met de kudde. De zoon ontmoette de zoon van die andere herder. De kuddes liepen al snel weer zo chaotisch door elkaar dat de twee zich genoodzaakt zagen streepjes te gaan zetten. Zeker als ze waren dat de een de ander niet zou kunnen bedriegen, zaten ze genoeglijk naast elkaar en vertelden de wederwaardigheden uit hun dorp.
|
Kudde geiten |
Maar toen stak de wind op. De verraderlijke wind waarvoor grootvader had gewaarschuwd. De kleinzoon had de streepjes achter een groot rotsblok getrokken, maar de wind kwam uit een onverwachte hoek en blies een paar van de streepjes weg. Het kostte hem twee geiten.
Op weg naar huis, bang voor zijn vader, bedacht hij een methode om een dergelijke ramp in de toekomst te voorkomen: hij zou voor elke geit waarmee hij vertrok een kort stokje meenemen, dat hij meteen aan die schoft uit het andere dorp kon laten zien: ‘Kijk eens, zo veel geiten hebben wij.’
Misschien zou zijn nieuwe wetenschap vaders woede enigszins bekoelen. Uit het verleden immers bleek dat vader wel te vinden was voor innovatie, dacht hij hoopvol. Helaas voor hem viel dat nogal tegen. Hij werd verbannen en stierf een jammerlijke dood. De tweede zoon nam niet veel later de leiding van de stam op zich.
Die tweede zoon staat dan weer bekend als de uitvinder van de MacBook Air en van Google. De tijd vliegt, nietwaar.
Zijn beroemde stelling is: ‘Je hoeft niet te weten wat je kunt opzoeken.’
Waarop zijn reactionaire vader volgens de overlevering heeft gezegd: ‘Voor je iets kunt opzoeken, zul je wel moeten weten wat je moet weten.’
En dat is de discussie die nu nog door (onder andere) onderwijsland waart.
Over niet al te lange tijd zal het Nederlandse scholenlandschap zijn ingedeeld in ‘Scholen met het boek’ en ‘Scholen met de MacBook’. Beide types scholen worden als vanouds vooral gekenmerkt door geloof. Beide types hebben -vinden ze zelf- gelijk, beide ongelijk volgens de andere partij. Dat zou niet erg zijn als gelijk en gelijk gelijk zouden zijn, althans zo zouden worden beschouwd. Als gelijk niet zou vragen om de vernietiging van het ongelijk.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten