er valt geen blad van de tak
geen zaad dat dwarrelend de aandacht vraagt
van kinderen
of oude mensen met herinnering
die nog een keer kijken naar de zon
nog een keer ogen samenknijpen
of droge handen in elkaar
geen blad viel meer
er was alleen geluid
de ritseling van stille wind
die zonder sporen uit het westen kwam
hij liet zijn hond uit in het park
over paden die zo krom als rimpels waren
zag blikken die de jongens wierpen in het gras
naar vrouwen uit hun ver verleden
eens per maand liep hij iets verder
en liet de bloemen achter
die hij kocht bij een tankstation
in cellofaan
dan hoorde hij de wind tussen de blaadjes kruipen
van rozen van de vorige keer
de liefde van weleer ja ja de dood
verstoord
hij wierp een stok en laat de hond het wieken volgen
hij laat twee fietsen langs die hand in hand
naar tongeren zijn geweest
zo'n gedicht dat elke keer mooier en indringender wordt...
BeantwoordenVerwijderenben nieuwsgierig naar de beschreven mens
BeantwoordenVerwijderenna een aantal keren lezen komt de eenzaamheid helemaal in beeld ...
BeantwoordenVerwijderenMooie verwording van een zichtbare leegte
BeantwoordenVerwijderenach maar mooi en lichtjes droevig ik wou dat ik zoiets schrijven kon
BeantwoordenVerwijderenHet gedicht schreef zich (ouderwets)grotendeels zelf. Grotendeels. Met hulp van Dianne en enkele dagen afstand kwamen uiteindelijk ook de laatste vier regels.
BeantwoordenVerwijderenDe beschreven mens bestaat niet, althans ik had geen specifiek iemand voor ogen. Maar iedereen kent eenzaamheid. Ik weet niet waarom, maar op de een of andere manier zit ze voor mij vooral in het wentelen van die stok.
Voor wie Maastricht kent is de locatie natuurlijk meteen duidelijk: de begraafplaats aan de Tongerseweg is een ideale plek voor dit soort melancholieke overpeinzingen.
prachtig droef maar ook weer niet.
BeantwoordenVerwijderen